Sinds de invoering van de dualisering – alweer twintig jaar geleden – zijn er steeds meer gemeenteraden die kiezen voor een transparant en open proces van coalitievorming na de raadsverkiezingen. Zo niet Achtkarspelen. Hier doen we het ook in 2022 nadrukkelijk zoals het altijd gebeurde: schimmig en achter gesloten deuren. Ook nu hebben de partijen die zijn buitengesloten van de onderhandelingen (CU, PvdA, GroenLinks, PVV en FvD) geen enkel zicht op de opdracht van de (in-)formateur, vindt er geen tussentijdse rapportage plaats, ontbreekt openheid en transparantie, en krijgen de ideeën en wensen die binnen de raad leven voor een beter bestuur, voor meer democratie en zeggenschap en voor het gezamenlijk (‘raadsbreed’) formuleren van onderwerpen en thema’s die de komende vier jaar moeten worden opgepakt geen ruimte.
Laatste moment
O nee, toch wél. In zoverre, dat de vijf partijen die niet meedoen in de coalitievorming op het laatste moment en letterlijk met zoveel woorden als ‘handreiking’ worden uitgenodigd om individueel input te leveren voor het coalitieakkoord. De besluitvorming over wat er met die inbreng gebeurt ligt uiteraard bij de partijen die het nieuwe college zullen dragen: CDA, FNP en GBA.
Spoeddebat
De ontevredenheid bij CU, PvdA, GroenLinks, PVV en FvD over het gevoerde proces leidt op 19 mei tot een spoeddebat. De drie beoogde coalitiepartijen weigeren echter over het proces te praten.
Voorstel niet onderhandelende partijen
Om tóch invulling te kunnen geven aan het duidingsdebat van 21 maart doen CU, PvdA, GroenLinks, PVV en FvD op 25 mei een concreet voorstel voor het (alsnog) creëren van een raadsbreed draagvlak. De drie coalitiepartijen weigeren echter ook hierop in te gaan.
Geen afspraken?
De drie coalitiepartijen (CDA, FNP en GBA) verdedigen deze week in een e-mail hun handelswijze door te stellen dat er in het duidingsdebat na de verkiezingen ‘absoluut geen’ afspraken zijn gemaakt om te komen tot een raadsbreed akkoord. Dat is echter niet helemaal correct: afgesproken werd dat het CDA als grootste partij het voortouw (lees: initiatief) zou nemen en daarbij de gedachten en wensen van de raad, zoals die tijdens het duidingsdebat naar voren zijn gekomen, nadrukkelijk zou meenemen in het informatieproces. Er zou tijdige terugkoppeling plaatsvinden naar de raad en openheid worden geboden. Dat is allemaal niet gebeurd.
Zoals het in het verleden altijd gebeurde
Door de concrete gang van zaken ontstaat de indruk dat in elk geval het CDA van meet af aan de ambitie noch de intentie heeft gehad om serieus werk te maken van een ánder proces dan tot nu toe voor het CDA gebruikelijk was. De lijsttrekker geeft in het spoeddebat van 19 mei toe het (in-)formatieproces bewust te hebben ingevuld zoals het in het verleden altijd gebeurde. Een andere uitleg is ook niet mogelijk. Immers: de ‘aanvliegroute’ voor het creëren van een raadsbreed draagvlak verschilt wezenlijk met die voor het creëren van een klassieke coalitie.
Kaarten al geschud
Rest de vraag of de vijf partijen die in april buitenspel zijn gezet nu alsnog zouden moeten ingaan op de ‘handreiking’ om input te leveren voor het coalitieakkoord. Wat verandert er aan de situatie als zij dat doen, of juist niet? Het coalitieakkoord zal medio juni aan de raad worden voorgelegd. CDA, FNP en GBA kunnen bij voorbaat rekenen op een ruime meerderheid vóór het akkoord. Er kan daarom alleen nog ‘voor de bühne’ worden gesteggeld over het proces en de inhoud, maar de kaarten zijn al geschud. Door in te gaan op de ‘handreiking’ om alsnog input te leveren verklaren CU, PvdA, GroenLinks, PVV en FvD zich echter akkoord met de gang van zaken en conformeren zij zich nadrukkelijk aan het gevolgde (in-)formatieproces. Dat zou de genadeslag zijn voor de lokale democratie, nu en in de toekomst.