Door Hink Speulman op 24 december 2020

Goede voornemens voor 2021

De afgelopen decennia staan in het teken van verdergaande democratisering én toenemende individualisering. Deze ontwikkelingen volgen op het verdwijnen van de ‘verzuiling’, van de daarbij behorende ideologieën en van de afbrokkeling van ‘het gezag’. Begrijp me niet verkeerd: het is goed dat de verzuiling is verdwenen. Daardoor is het bestaande maatschappelijke en politieke bestel echter ingrijpend veranderd. De politieke partijen en hun achterban hebben daardoor een nieuwe relatie met elkaar gekregen, die vooral veel losser is dan voorheen.

Met het verdwijnen van de verzuiling heeft de politiek voor velen haar herkenbaarheid en eigenheid verloren. Het grootschalige politieke ‘polderen’ maakt alles nog kleurlozer, ondoorzichtiger en vooral gericht op het sluiten van bestuurlijke compromissen. Bovendien is de verzorgingsstaat in rap tempo ontmanteld. In plaats van sociale zekerheid te bieden (of de illusie daarvan) wordt de burger voorgehouden dat die volledig autonoom is en dus helemaal zèlf de verantwoordelijkheid draagt voor de invulling van zijn of haar leven. Vanuit de politiek wordt zelfs hardop de vraag gesteld: is het huidige democratische systeem van politieke partijen nog wel van deze tijd? Voilà: de ideale voedingsbodem voor een afnemend vertrouwen in de politiek.

Vertrouwen in de democratische samenleving en haar spelregels is echter onmisbaar. Daaraan schort het op dit moment zelfs zódanig, dan sommigen spreken van een low-trust samenleving. Daarnaast is de burger anno 2020 misschien wel mondiger dan ooit, maar vooral ook bozer.

Mensen worden boos om allerlei redenen. Vaak wordt die boosheid gevoed door gevoelde of feitelijke onmacht of achterstelling, door een groeiend wij-zij-denken, door angst, door ‘geleende’ meningen, door gebrekkige kennis en onvolledige informatie, en door afnemende tolerantie op allerlei vlak. Soms heeft de boze burger zich niet of onvoldoende in de materie verdiept. In plaats daarvan worden beweringen van anderen en de daarbij aangevoerde argumenten en ‘feiten’ liever voetstoots voor waar aangenomen. Het al dan niet vermeende ‘eigen gelijk’ weegt zwaarder dan het luisteren naar (afwijkende) meningen en naar de argumenten en feiten die daaraan ten grondslag liggen. Ieder vindt zichzelf deskundig en elk overheidsbesluit wordt ter discussie gesteld, nog vóórdat de inkt waarmee dat is geschreven droog is.

Een zeer verontrustende ontwikkeling is zonder twijfel de toenemende agressie in de samenleving, jegens mensen die in welk opzicht dan ook ‘anders’ zijn of denken, maar bijvoorbeeld ook jegens onderwijsgevenden, hulpverleners en handhavers, en het groeiende aantal serieuze molestaties van o.a. LBTHI’s, gezagdragers en bestuurders.

De boosheid van de burger is in een aantal gevallen volkomen terecht. Het is daarom goed dat die boosheid wordt geuit. Maar daarbij mag het niet blijven. Vanuit de politiek moet méér en beter naar de burger worden geluisterd: landelijk, provinciaal en gemeentelijk. Gelijktijdig moeten we als inwoners van dit kleine, dichtbevolkte, maar mooie landje met elkaar in gesprek gaan én blijven.

Deze gedachtewisseling over hoe het in de samenleving vérder moet kan het beste plaatsvinden op het politieke platform. Dat is daarvoor naar mijn mening het aangewezen speelveld. Daarbuiten rest anarchie en verdergaande afbrokkeling van onze samenleving en rechtstaat. Burgers (boos of niet) zouden actief moeten meedoen binnen de politieke partijen en die moeten voeden met nieuw engagement en een actuele, herkenbare ideologie, met respect voor andere standpunten en overtuigingen. Alleen op deze manier kan een bijdrage worden geleverd aan de realisering van de noodzakelijke maatschappelijke hervormingen en zo nodig aan de actualisering c.q. vernieuwing van het politieke en bestuurlijke systeem. Bovendien vragen tal van zaken om dringende en ingrijpende beslissingen, die niet genomen kunnen én mogen worden zonder directe en herkenbare inbreng van de burgers. Kortom: er liggen ‘uitdagingen’ genoeg op ons te wachten.

Binnen de PvdA wordt momenteel volop gediscussieerd over ‘de ideologische veren’ die onder Kok zijn afgeschud. Dit gebeurt vooral ook omdat de PvdA daadwerkelijk oog heeft voor de actuele maatschappelijke vraagstukken en sociale problemen. Het Verkiezingsprogramma 2021-2025 biedt tal van werkbare oplossingen en op verandering gerichte speerpunten. En zoals altijd vormen de integriteit waarmee de PvdA en haar vertegenwoordigers handelen, en de daaraan gekoppelde verantwoordelijkheden, serieuze aandachtspunten.

Stem in 2021 daarom niet alleen op de PvdA, maar sluit je bij ons aan en doe actief mee, op de manier die jou past. Want: alleen sámen kunnen we iets bereiken!

Hink Speulman

Hink Speulman

Hink Speulman is jarenlang in zowel de commerciële als de publieke branche werkzaam geweest. Zijn belangstelling gaat uit naar mens en samenleving, evenals naar kunst en cultuur. Sinds december 2020 gepensioneerd, maar ‘niets doen’ is niet zijn stiel. Hink beschouwt zichzelf als een rechtgeaarde en kritische sociaaldemocraat, maar géén meeloper in een beweging.

Meer over Hink Speulman