De fractie van de Partij van de Arbeid zal tijdens de raadsvergadering van 25 maart een motie indienen met betrekking tot de Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2022, die dan op de agenda staat. De PvdA-fractie vindt het verbijsterend dat in een rijk en welvarend land als Nederland sprake is van hardnekkige en zelfs toenemende armoede.
Volgens het Armoede Fonds moesten in 2018 584.000 van de bijna 7,4 miljoen huishoudens rondkomen van een laag inkomen. Dit waren er net zoveel als in het jaar daarvóór. Van de huishoudens met een laag inkomen moesten er 232.000 al ten minste vier jaar achtereen van een laag inkomen rondkomen. Daarmee kwam het aandeel huishoudens met een langdurig laag inkomen uit op 3,3 procent. Volwassen leden van eenoudergezinnen met uitsluitend minderjarige kinderen en alleenstaanden beneden de AOW-leeftijd lopen het meeste risico op armoede. Alleenstaande moeders met minderjarige kinderen zijn vaker arm dan alleenstaande vaders met kinderen.
Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau neemt het aantal mensen in armoede de komende jaren met 28% toe als gevolg van versobering van de Bijstand. Hier komen de gevolgen van de coronacrisis nog bovenop. Volgens het Armoede Fonds is er bovendien veel ‘stille’ armoede: het is vaak niet zichtbaar dat mensen hun huur niet meer kunnen betalen of kinderen zonder ontbijt de deur uit moeten. Het sociale vangnet in Nederland wordt steeds kleiner. Steeds meer mensen moeten een beroep doen op maatschappelijk werk, ouderenzorg, sociale uitkeringen, jeugdzorg, studiefinanciering, ondersteuning van kerken enz. Door de voortdurende bezuinigingen worden deze voorzieningen steeds minder toegankelijk. Armoede raakt circa 1 op de 13 kinderen in Nederland. Het gaat om ruim 250.000 kinderen die door geldgebrek niet kunnen meedoen met hun leeftijdsgenoten. Ook kunnen zij doorgaans niet of onvoldoende gebruikmaken van kansen om hun latere positie in de samenleving te verbeteren.
Armoede is volgens de PvdA-fractie een politiek probleem, dat de ‘politieke kleur’ van de verschillende fracties overstijgt. Net als SIRE, die dit voorjaar rondom armoede een intensieve campagne voert, is de PvdA-fractie verontwaardigd door het gebrek aan feitenkennis, empathie en bereidheid tot handelen als het om armoede gaat. De voorstellen die het college van burgemeester en wethouders met betrekking tot de Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2022 aan de raad heeft voorgelegd zijn daarom voor de fractie onaanvaardbaar.
De fractie hoopt in de raad een meerderheid te vinden voor een motie waarin de eerdere voorgenomen bezuinigingen ongedaan worden gemaakt, en waarbij wordt besloten om:
1. de inkomensgrens om voor de toeslag in aanmerking te komen te handhaven c.q. vast te stellen op 130% van het bijstandsniveau (dit betekent géén verlaging naar 110%);
2. de hoogte van de (geïndexeerde) uitkering te handhaven c.q. vast te stellen op € 498,- per persoon (dit betekent géén halvering naar € 250,-);
3. om de ‘wachttijd-periode’ te verlagen van 36 naar 12 maanden (dit betekent dat men al na één jaar voor individuele inkomenstoeslag in aanmerking komt).
De PvdA wil armoede nadrukkelijk tot gespreksonderwerp maken. Op deze manier wil de PvdA bereiken dat de mensen die in Achtkarspelen met armoede worden geconfronteerd zich gezien en gesteund weten door de lokale overheid. Tegen de armoede zèlf kan de gemeente helaas betrekkelijk weinig doen, maar als het om de gevolgen van armoede gaat kan de gemeente op verschillende manieren de inwoners proberen te helpen en financieel te ondersteunen.