Honderden wethouders, raadsleden, gedeputeerden en statenleden uit heel Nederland slaan handen ineen in ultieme brandbrief.
Meer dan vierhonderd wethouders, raadsleden, gedeputeerden en statenleden uit heel Nederland roepen het kabinet om het OV te redden. Het kabinet staat namelijk op het punt om noodlijdende vervoersbedrijven in het OV niet langer te steunen. Het gevolg is dat in 2023 zo’n 20 tot 30% van het OV geschrapt dreigt te worden. In een paginagrote brandbrief in de Volkskrant van woensdag 29 juni 2022, slaken honderden politici en bestuurders van gemeenten, provincies en vervoersregio’s uit heel Nederland een laatste noodkreet richting Tweede Kamer en kabinet.
‘Voor wat het openbaar vervoer betreft is de situatie in Achtkarspelen op dit moment al zorgelijk’, aldus PvdA-raadslid en fractievoorzitter Hink Speulman. ‘Een verdere verschraling van het ov zou funest zijn voor alle inwoners die op het openbaar vervoer zijn aangewezen, maar ook voor de leefbaarheid van de dorpen in onze gemeente. De dreigende afschaling van het ov met 20- 30% (bovenop de 10% die er al af is sinds de corona-uitbraak) moet dan ook worden voorkomen. Dat is de reden waarom ik de brandbrief zonder aarzelen heb ondertekend’. De brandbrief wordt eveneens onderschreven door Wia Boonstra (raadslid PvdA), Bram Sikkema en Eline Veenstra (beiden steunfractielid voor de PvdA). Vanuit onze gemeente hebben voorts Tjitske Veenstra (raadslid GroenLinks) en Toos van der Vaart (raadslid ChristenUnie) hun naam aan de brief verbonden.
In de brandbrief wordt het kabinet opgeroepen om garant te staan voor 500 miljoen euro om de verliezen op te vangen als het aantal reizigers in de bus, tram en metro niet snel genoeg aantrekt. De OV-bedrijven krijgen tot eind dit jaar coronasteun om het verlies aan inkomsten door het sterk gedaalde aantal reizigers op te vangen. Het aantal reizigers werd de laatste twee jaar gehalveerd. Overheden hielden door steun zo’n 90 procent van hun OV-netwerk in stand. Maar die steun stopt aan het einde van dit jaar.
Donderdag biedt Arne Schaddelee namens alle ondertekenaars de brandbrief en het eerdere pamflet aan Vivianne Heijnen aan, staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, in de hoop dat zij haar mening zal herzien. Ook zal hij de brief aan verschillende Kamerleden aanbieden.