Lauwerpas moet blijven.
Het college opperde de mogelijkheid om de Lauwerspas af te schaffen. Eerst evalueren zei de raad, dan weten we pas echt zeker of het wel of niet zinvol is. Zo gezegd zo gedaan, en op zestien december werd het resultaat in de gemeenteraadsvergadering behandeld. En het resultaat was… verwarrend. Want blijft die pas nu? Of toch niet?
Sjon Stellinga doet een poging om wat helderheid in een mistige zaak aan te brengen.
Een gemeente kan natuurlijk geen inkomenspolitiek voeren. Wel zal iedere gemeente ervoor willen zorgen dat er niemand afhaakt, dat iedereen mee kan blijven doen in onze samenleving. Binnen Achtkarspelen (en een drietal andere gemeenten) hebben we daar onder andere de Lauwerspas voor. Met behulp van die pas kun je, wanner je niet al teveel geld hebt, een bescheiden gedeelte van de kosten van bijvoorbeeld een internet- of bibliotheekabonnement vergoed krijgen. Het gaat niet om veel geld, ik meen maximaal zeventig euro per persoon per jaar, maar voor een smalle portemonnee zijn alle beetjes meegnomen. Toch twijfelde de gemeenteraad. Had het wel zin, werkte die Lauwerspas eigenlijk welzoals hij zou moeten werken?
Duidelijk is in ieder geval wel dat uit de evaluatie blijkt dat… de Lauwerspas fantastisch functioneert. Goed, probleem opgelost, door naar het volgende agendapunt zou je zeggen. Maar nee dus, het voorstel van het college aan de raad was juist om de Lauwerspas per 2012 (voor 2011 was de pas gelukkig al ‘veilig gesteld’) op te heffen!
Denk er een moment over na. Je onderzoekt iets, concludeert dat het heel goed werkt en stelt vervolgens voor om het af te schaffen. Nog even los van het feit dat het onderzoek zelf dus als weggegooid geld mag worden beschouwd, vraag je je op zo’n moment natuurlijk ook af wat dan eigenlijk wél de reden van dat afschaffen is. En die wordt inderdaad ook door het college in zijn voorstel benoemd. Het zou niet in de begroting voor het betreffende jaar 2012 zijn opgenomen… (het staat er echt letterlijk).
Insiders slaken nu een diepe zucht. Er is namelijk helemaal niet zo’n begroting voor 2012! We hebben het al vaak aan het college proberen uit te leggen, maar nu toch nog maar eens een poging, hopelijk de laatste.
Elk najaar stelt de raad de begroting voor het daaropvolgende jaar vast. Vorige maand hebben we dus de begroting voor 2011 vastgesteld.
Maar, zo’n begroting is eigenlijk maar een momentopname, voordat je daar een klap op geeft wil je wel weten wat de consequenties zijn voor de (drie) daaropvolgende jaren. Dit laatste is de zogenaamde meerjarenraming. En die wordt helemaal niet ‘vastgesteld’ of zoiets. Dat is echt alleen maar achtergrondinformatie; wat betekenen de 2011-plannen voor de jaren daarna. En het mooiste komt nog, natuurlijk heb je soms de neiging om jezelf rijk te rekenen. Om in die gevallen waarin de lange termijn consequenties minder rooskleurig lijken te zijn, dat weg te willen redeneren. Onder het mom van ‘dan verzinnen we wel weer iets’ of: ‘dan stoppen we tegen die tijd toch gewoon hier- of daarmee’.. Maar dat mag helemaal niet. Die meerjarenraming moet namelijk uitgaan van zogenaamd ongewijzigd beleid. Anders werkt het hele systeem niet.
Eigenlijk vergist het college zich dus driemaal in één voorstel, zelfs voor hun doen een tamelijk hoge score:
* er wordt een zinloos onderzoek gedaan, nu dat erg gunstig voor de Lauwerspas uit blijkt te pakken leggen we het achteloos naast ons neer;
* er wordt gesproken van een begroting voor het betreffende jaar, maar die bestaat niet;
* Het beleid zou moeten worden gewijzigd omdat daar kennelijk al van uitgegaan is, zonder dat de raad daar toestemming voor heeft gegeven.
En gelukkig, dit werd de raad te gortig.
Het college kreeg het deksel op de neus, Alleen, een aantal raadsleden vond de overheadkosten (de ambtelijke kosten, reclame, kantoorkosten,e.d.) van de Lauwerspas wel wat aan de hoge kant, zou hetzelfde resultaat niet ook op een andere manier kunnen worden bereikt?
En dan komt er voor mij een probleem. Tot vorig jaar was ik voorzitter van de Lauwerspas, dus ik weet een beetje hoe het er aan toe gaat, maar ik vind natuurlijk ook dat dat uiterst efficiënt gebeurt. Anders zouden we het immers wel anders hebben georganiseerd? Maar ja, dat is wel een erg gekleurde mening. En ik moet toegeven dat ik er echt ook wel eens naast zal zitten, dus wij volgen de redenering dat wanneer het slimmer georganiseerd kan worden we dat zeker niet moeten nalaten, ook al denk ik misschien diep in m’n hart wel dat dat vrij theoretisch is.
Maar… het was als gezegd al zestien december. En dat was belangrijk. Want wil je uit zo’n ‘gemeenschappelijke regeling’ (met drie andere gemeenten) stappen dan moet dat uiterlijk één kalenderjaar van te voren worden aangegeven. En stel nu ‘ns dat het college inderdaad iets slimmers uitvindt. Zoiets als de Lauwerspas maar dan met minder organisatorische kosten? Zodat er een beetje meer geld naar de mensen toe kan die dat zo hard nodig hebben? Dan willen we natuurlijk dat dat zo snel mogelijk gebeurt. En wanneer we nu opzeggen, dan kunnen we per 1 januari 2012 uit die gemeenschappelijke regeling en met dat slimmere instrument beginnen. Maar doen we dat niet en wachten we een paar maanden met dat opzeggen, dan kunnen we pas op 1 januari 2013 op die (nog) betere manier beginnen.
We spraken dan ook af om nu alvast ‘pro forma’ op te zeggen. Dan kan het college op zoek naar zo’n slimmere manier en lukt dat niet (waar ikzelf dus eerlijk gezegd van uit ga) dan maken we die opzegging gewoon weer ongedaan. En dan blijft de Lauwerspas dus!
Ik zei al dat ik de gang van zaken omtrent dit punt nogal verwarrend vindt. En ik ben vast de enige niet. Maar ja, de raad moest wat. Het collegevoorstel rammelde wellicht nog meer dan gebruikelijk, maar het was wel de laatste raadsvergadering van het jaar. En die beide zaken bij elkaar gevoegd hebben tot dit vrij complexe staaltje van besluitvorming geleid. Het geeft niet, het resultaat zal positief zijn, het blijft immers op z’n minst gelijk en in het mooiste geval wordt het zelfs nog ietsje beter. Als je tenminste van ieders goede trouw uitgaat…
En daar willen we van uitgaan. Drie vergissingen in één dossier lijkt ons eigenlijk wel genoeg.