En hoe liep het gisteravond nu af? Met die discussie in de raad over de toekomst van het welzijnswerk in Achtkarspelen? Over een extra investering daarin van 175.000 euro? Om het ouderenwerk weer op de kaart te krijgen. En te investeren in de jongeren. Om de volwassen vrijwilligers te helpen met hun verdere professionalisering? Tsja, hoe liep het eigenlijk af…
Een heel aantal sprekers. Jaap Braams verwoordde het standpunt van de PvdA, toevallig was hij de laatste in de rij van raadsleden die hierover het woord wilden voeren. Hij beschreef nut en noodzaak van het welzijnswerk in een gemeente als de onze en volgens mij -maar ik ben in dit verband natuurlijk gekleurd- klonk zijn betoog als een klok. Alleen toen hij kort ingang op de bijdrages van eerdere sprekers, stuk voor stuk hadden zij voor een nogal procedurele insteek gekozen, klonk er gemor. Jaap benoemde dat hij hen nogal wantrouwend had gevonden. Nu gaat Jaap natuurlijk zelf over wat hij wel en niet vindt, maar één van die anderen reageerde als door een adder gebeten. Er was absoluut geen sprake van wantrouwen geweest. Op zich een boeiend thema. “Ik vind dat jij…” en dan volgt er iets waar je gesprekspartner zich absoluut niet in kan vinden. ‘Niet waar!” roept hij of zij in zo’n geval. En met een klein lachje antwoord je dan heel onschuldig: “Maar ik bepaal toch zeker zelf wat ik vind?” Ik zat er nog wat over na te denken toen ik zelf naar het spreekgestoelte werd geroepen. Natuurlijk sta ik daar dan namens het college en niet namens een politieke partij. En toch is het zo dat het ene betoog het andere niet is, soms herken je je meer in de ene benadering dan in de andere. Onnodig te zeggen dat ik de insteek van de PvdA meestal de juiste vind. Zo ook gisteravond. Behalve dat ‘wantrouwen’ dan misschien, hoewel ik er alles in herkende. Ik zat er nog steeds over na te denken toen ik het knopje van de microfoon indrukte.
En plotseling wist ik het. Het was gewoon andersom. Het wantrouwen lag niet bij hen, maar bij onszelf. En natuurlijk kan ik niet helemaal voor Jaap spreken, maar ik moet bekennen dat ik met name ten aanzien van CDA en FNP enig wantrouwen op welzijnsgebied koester. Van het CDA in Achtkarspelen denk ik altijd dat elk boek dat dikker is dan twintig pagina’s per definitie tot de ‘linkse hobby’s’ wordt gerekend, dus die zijn vast van nature tegen welzijnswerk. En het FNP hamert altijd zo op de rol van vrijwilligers -terecht overigens- dat ze van de weeromstuit doodsbenauwd zijn voor professionals. En zeker als dat dan ook nog ‘ns een welzijnswerker is dan kruipen ze helemaal met de billen tegen elkaar onder de keukentafel. Maar … zolang ik daarvan uitga, van dat ‘zij tegen ons’ wordt het natuurlijk nooit iets. Ik besloot mijn wantrouwen te laten varen en al pratend las ik de ingediende motie opnieuw, nu met een andere -minder achterdochtige- bril. En toen bleek dat er eigenlijk helemaal geen tegenstanders waren. De genoemde partijen voelden zich alleen wat overvallen. Begrijpelijk, het gaat om serieus geld, dus vertel wat er gebeurt, waarom het één wel en het ander niet, leg het ‘ns uit. Neem ons, de raadsleden alsjeblieft mee in de evaluatie en maak dan samen met ons de vervolgplannen voor dat grote bedrag dat de raad -gelukkig- begin november al beschikbaar heeft gesteld. Logisch ook dat Jaap die behoefte minder heeft en daardoor -in mijn optiek- niet moeilijk doet, hij opereert veel dichter tegen dat welzijnswerk aan dus weet wel zo’n beetje wat er in die wereld gebeurt. En plotseling getuigden de eerdere betogen van de raadsleden niet meer van wantrouwen, maar van oprechte interesse. Nu vinden de meeste welzijnswerkers en de op dat gebied actieve ambtenaren het geweldig leuk om over hun werk te praten, dus dat kon ik hun gemakkelijk beloven. En wel zo snel mogelijk. Voor de kerst zal het wel niet meer lukken om alle agenda’s op elkaar af te stemmen, maar januari moet toch zeker haalbaar zijn.
We spraken af dat er in januari zo’n bijeenkomst tussen professionals en raadsleden wordt georganiseerd. Samen bekijken we dan of de manier waarop ‘wij’ (ik reken mezelf nu gemakshalve maar even bij de professionals) de toekomst vorm wilden geven inderdaad terecht is. Misschien wel, maar sluit ook niet uit dat de raadsleden, geïnteresseerd en betrokken als ze zijn, nog ideeën ter verbetering hebben. En dan formuleren we de voostellen opnieuw en stellen we het in een latere raadsvergadering vast. Het bleek dat iedereen zoiets in z’n hoofd had. De motie werd niet meer ingediend, welzijnswerk is ontzettend belangrijk en over hoe we dat willen doen willen we dolgraag met z’n allen om de tafel. Ik weet niet meer hoe lang het hele agendapunt heeft geduurd, maar laat het een half uurtje zijn. Iets langer misschien want er was ergens een schorsing nodig. Goed drie kwartier dan. Drie kwartier bleken voldoende om van twee kampen één te maken. Drie kwartier om voor- en tegenstanders om te smeden tot alleen nog maar voorstanders. Om te ontdekken dat dwarsliggers eigenlijk meedenkers waren. Drie kwartier was voldoende. Het was een overwinning van de argumenten, een overwinning van de raad, een overwinning van het welzijnswerk.
En daarmee was het een overwinning van en voor Achtkarspelen!