Recent heb ik meegewerkt aan een ‘vlog’. Toch weer een heel avontuur. Het geval wil dat ik een jonge collega heb (tevens lijsttrekker van het CDA Achtkarspelen, tevens jongste wethouder van Fryslân, tevens geblesseerde rechtsback van Harkema Opeinde, om maar ‘ns een willekeurig greep uit zijn enorme scala aan kwaliteiten te noemen). Zoals veel van zijn leeftijdsgenoten leeft de collega via zijn smartphone. Vroeger in Amsterdam zag je wel ‘ns Japanse toeristen in rondvaartboten die de wereld door hun camera te leken aanschouwen, ik stelde mij voor dat ze dan later -wanneer ze terug waren in Tokio of zo – ontdekten hoe die grachten er nu precies uitzagen; daar hadden ze nu even geen tijd voor, te druk met hun apparatuur. Ik dacht toen nog dat die toeristen ooit wel weer bij zinnen zouden komen, maar het tegenovergestelde is gebeurd, wij doen nu precies hetzelfde. Je kunt niet meer naar een concert gaan of overal steken allerlei would-be liefhebbers hun smartphone omhoog, pupillenwedstrijden op zaterdagochtend worden erdoor ontsierd en zelfs een Sinterklaasoptocht is niet meer denkbaar zonder allerlei hooggeheven IPhones en Samsungs.
En nu heeft het dit ook het gemeentehuis bereikt. Regelmatig zie ik mijn collega met de linkerarm schuin omhoog voor zich uit gestrekt en met een uitzonderlijk blij hoofd door de gangen marcheren terwijl hij in zichzelf praat. Aanvankelijk wilde ik hem te hulp schieten, zo erg kon het allemaal toch ook weer niet zijn, maar toen herkende ik het apparaatje in zijn linkerhand. Hij was aan het vloggen. En laat ik eerlijk zijn, ergens heb ik daar toch wel respect voor, voor iemand die die moderne technieken zo achteloos beheerst. En misschien ben ik ook wel een beetje jaloers. Zo jaloers dat ik heel voorzichtig vroeg of ik misschien niet ook ‘ns een keer een optredentje, een kleintje natuurlijk, een heel kleintje desnoods, of dat niet mogelijk… Mijn jonge vriend dacht een moment na en knikte uiteindelijk. Hij had een rol voor mij. En zo mocht ik recentelijk acte de présence geven in een vlog van Jouke. Helemaal aan het eind. Mijn tekst luidde: “Prettig weekend allemaal” of iets in die geest. Goed, goed, het houdt niet over dat weet ik ook wel, het is nog bepaald geen Hollywood, maar je moet op de onderste sport van de ladder beginnen.
Overigens, toen ik later een paar van die filmpjes thuis bekeek was ik aangenaam verrast. Ik vind ze erg onderhoudend, echt een aanrader. Een klein puntje van kritiek misschien (ik besprak dit overigens ook met de creatieve collega). Het trapt een beetje in dezelfde valkuil als de fotoalbums van vroeger. Vroeger werden er alleen foto’s genomen tijdens vakanties, verjaardagsfeestjes en diploma-uitreikingen. En wanneer je dan ook door zo’n album van vroeger bladert krijg je de indruk dat het leven destijds een aaneenschakeling van hoogtepunten was. En niets is minder waar. Er werd toen keihard gewerkt, mensen hadden zorgen en het regende echt net zo vaak als tegenwoordig. Maar dat laten de foto’s niet zien. En iets van dat gevoel bekroop mij bij de vlogs. Ik vertelde mijn collega dat het een aaneenschakeling van openingen, optredens, en andere ceremoniële bezigheden was. De leuke dingen van het bestaan. Maar die oersaaie vergaderingen dan? Die bijeenkomsten die je door alle drukte niet goed hebt kunnen voorbereiden. Dat rapport dat allang af had moeten zijn, die ambtenaar over wie je je zorgen maakt, die collega die je misschien niet goed begrepen heeft, dat dossier dat rammelt, dat… Mijn collega knikte. Hij was het met mij eens. Alleen… hoe krijg je dat ooit vervat in een vlog.
Zuchtend ging ik terug naar mijn eigen kamer. Even dacht ik dat er echt wat veranderd was, dat er een wezenlijk verschil bestond tussen een foto en een vlog. Alleen valt dat dus een beetje tegen. Desalniettemin, ze zijn hartstikke leuk, die vlogs, ik kijk nu al uit naar mijn volgende gastoptreden, en in de tussentijd blijven mijn collega en ik nadenken over hoe we ook de meer inhoudelijke kant voor het voetlicht kunnen brengen. Want echt, ook dat gedeelte van de lokale politiek is de moeite waard!
P.S. Dit was de eerste keer ooit – en naar alle waarschijnlijk ook de laatste keer – dat ik een CDA-er om toestemming heb verzocht alvorens een verhaaltje op ‘onze’ PvdA site te plaatsen
Sjon Stellinga