Prietpraat en kruimelwerk

Door Hink Speulman op 7 oktober 2024

De financiële positie van de gemeente Achtkarspelen is zeer zorgelijk. Dat komt in de eerste plaats doordat Achtkarspelen per 1 januari 2025 weer op eigen benen staat. De ambtelijke samenwerking met Tytsjerksteradiel is dan voorbij. De nieuwe gemeentelijke organisatie is echter een stuk duurder dan eerder. De structurele meerkosten worden geschat op 2 miljoen per jaar, maar kunnen ook hóger uitpakken.

Daarnaast speelt de wijziging in het ‘Gemeentefonds’ een grote rol. Dit ‘fonds’ is de pot met geld waaruit het rijk de gemeenten betaalt. De verdeling van het geld over de gemeenten verandert in 2026. Achtkarspelen wordt daardoor hard getroffen. Feitelijk krijgt de gemeente al jarenlang (globaal vanaf 2015) te weinig geld voor alle taken die zij moet uitvoeren, maar in 2026 wordt het gat plotseling wel héél erg groot. Ook hier gaat het (uiteindelijk) om miljoenen waarvoor dekking moet worden gezocht.

Ombuigingsvoorstellen

Daarom praatte de gemeenteraad op 4 oktober 2024 in een extra vergadering over mogelijke ombuigingen. Dit gebeurde aan de hand van voorstellen van burgemeester en wethouders.
Volgens de PvdA-fractie was het echter zinloos gepraat over ‘kruimelwerk’. Daarnaast waren enkele voorstellen onjuist, zoals die over subsidies. Van de raad werd namelijk gevraagd zich uit te spreken over een bedrag dat op subsidies zou moeten worden bezuinigd, waarna het college zich over de invulling zou buigen. Dat zou een omgekeerde wereld betekenen. De juiste gang van zaken is immers dat de raad een visie vaststelt. Vervolgens wordt beleid ontwikkeld. Ter uitvoering van dat beleid kan een subsidieregeling het instrument zijn om daaraan handen en voeten te geven.
Daarom hamert de PvdA-fractie op het volgende.

Geen paniekvoetbal, maar een plan

Ombuigingsmaatregelen kun je globaal in drieën delen: minder geld uitgeven, meer inkomsten genereren en financieel-technische maatregelen.
De PvdA-fractie vindt dat altijd de vraag voorop moet staan hoe we met de beschikbare middelen de gewenste maatschappelijke doelen kunnen behalen of blijven behalen.
Er is dus visie nodig, gevolgd door weloverwogen keuzes. En altijd moeten inwoners en mienskip voorop staan, zonder anderen te vergeten.
Ons voorstel bestaat daarom uit de volgende onderdelen:

  • Versterking van de algemene reserve.
  • Financieel-technische maatregelen.
  • Heroverweging van het niveau en omvang van taken.
  • Kiezen voor behoud van alles wat inwoners verbindt en verbroedert.

Algemene reserve versterken

Omdat er sprake is van een oplopend tekort kunnen de maatregelen gefaseerd worden ingevoerd. Hoewel de PvdA-fractie daarvan voorstander is, leeft er tegelijk de zorg voor een financieel gezonde begroting. En dat betekent méér dan een sluitende begroting. De keuze om als gemeente weer op eigen benen te willen staan kostte miljoenen aan incidentele kosten. Dat geld werd uit de algemene reserve gehaald, die daardoor gevaarlijk is geslonken.
De PvdA-fractie vindt daarom dat ervoor moet worden gezorgd dat de financiële buffer weer geleidelijk kan groeien, zodat de gemeente ook in de toekomst tegen een stootje kan. Dat zou nog wel eens hard nodig kunnen blijken. Daarom stemmen we er niet mee in dat de algemene reserve op dit moment wordt gebruikt om een deel van de structurele kosten te dekken.

Financieel-technische maatregelen

De PvdA-fractie wil dat er in eerste instantie naar wordt gestreefd om de uitgaven te beperken door financieel-technische maatregelen, zoals de begroting opschonen en scherper begroten. Het college wil met de ‘Operatie Stofkam’ hieraan invulling geven. Hoeveel ‘stof’ er in de begroting zit weten we niet, en dus evenmin wat deze maatregel gaat opleveren.
De keerzijde van een opschoonactie en scherper begroten is dat er bij het afsluiten van een boekjaar – bij de vaststelling van de rekening – minder snel sprake is van een positief saldo. Dat kan tot gevolg hebben dat het herstel van de algemene reserve langer op zich laat wachten. Het zij echter zo.

Ambities en plannen leren loslaten
Bij financieel-technische maatregelen gaat het de PvdA-fractie bovendien om méér dan dat de gemeente letterlijk nauwkeuriger gaat begroten. Het gaat ons er óók om dat geleerd wordt om ambities en plannen – die los zijn komen te staan van de werkelijkheid – tijdig te laten varen. In de praktijk kan de realisering ervan immers gemakkelijk stranden op het geheel of deels ontbreken van mogelijkheden tot uitvoering. Het door de raad beschikbaar gestelde geld kan dan simpelweg niet wórden uitgegeven. Hierop kan naar onze mening zowel béter worden geanticipeerd, als scherper worden gereageerd, bijvoorbeeld via begrotingswijzigingen.

Evaluatiemoment bij overhevelen van budgetten
We zouden bovendien kritischer kunnen zijn op het overhevelen van budgetten van het ene naar het andere boekjaar. Dat overhevelen mág, en vaak er is een goede reden toe, maar de raad kan er niettemin kritischer mee omgaan. Bijvoorbeeld door daarvan – méér dan nu het geval is – een nadrukkelijk evaluatiemoment te maken. Dat houdt iedereen scherp en heeft misschien tot effect dat ambities en plannen sneller en volledig worden uitgevoerd. Dat levert dan wel geen geld op, maar resulteert wél in maatschappelijke winst.

Kritisch en creatief
Met het opschonen van de begroting, scherper begroten, scherp te zijn op van de werkelijkheid losgezongen ambities en plannen, en kritischer naar budgetoverheveling te kijken zijn we er nog lang niet. Want de gemeente staat voor een flinke financiële uitdaging. Daarom vindt de PvdA-fractie dat we niet alleen kritisch, maar ook creatief moeten zijn.
Een voorbeeld.
De nieuwe ambtelijke organisatie is ‘lean and mean’: slank en efficiënt. Daarnaast is er al enige tijd sprake van ‘het nieuwe werken’. Daarbij draait het vooral om de digitalisering en de vrijheid om het eigen werk in te delen, ongeacht de locatie van waaruit medewerkers werken. Dit kan betekenen dat het huidige gemeentehuis een ’te ruim jasje’ voor de organisatie is geworden. Als dat zo is, zou moeten onderzocht of niet een deel ánders kan worden gebruikt.

Geen knaken – geen taken!
Heroverweging van het niveau en omvang van taken.

De gemeente moet van het rijk steeds méér taken gaan uitvoeren. Deze invulling van taken op grond van landelijke wetten en regelingen heet ‘medebewind’. Maar het geld dat de gemeente daarvoor krijgt is al jarenlang structureel te weinig. Het gaat hierbij bovendien om ongeveer 90 procent van alle gemeentelijke activiteiten. De PvdA-fractie houdt daarom vast aan het eerder in de raad uitgesproken credo ‘geen knaken – geen taken’.

In artikel 108, lid 3, van de Gemeentewet is opgenomen dat het rijk de gemeenten voor de uitvoering van wettelijke taken voldoende geld moet geven. Maar dat gebeurt niet. Sterker nog: het rijk kiest ervoor om bovenop dit alles vanaf 2026 een forse greep uit de kas van het gemeentefonds te doen. En hoewel het rijk formeel in gebreke blijft, missen de gemeenten de mogelijkheid om af te dwingen dat het rijk met voldoende geld op de proppen komt.
De kernvraag luidt dus: is er formeel ruimte voor invulling van het credo ’geen knaken – geen taken’?
De PvdA-fractie denkt van wel. Want uit het voorgaande volgt dat, wanneer de inkomsten van het rijk onvoldoende zijn, de gemeenteraad geen andere weg rest dan het niveau en de omvang van de taken te heroverwegen. Het stoppen met het uitvoeren van taken is geen optie, het afschalen ervan zeer zeker wél.
Maar waar trekken we daarbij een grens?

Burgemeester en wethouders stellen voor om onderscheid te maken tussen wettelijke taken en niet-wettelijke taken. De PvdA-fractie vindt dit onjuist. Immers: bij ‘medebewind’ gaat het vrijwel zonder uitzondering om wettelijke taken. Het voorgestelde onderscheid verleidt ertoe om voor de kortste en misschien gemakkelijkste route te kiezen. Aldus moeten de niet-wettelijke taken als eerste het hoofd op het hakblok leggen. Hierdoor wordt de beperking, die medebewind voor de open huishouding*) van de gemeente al betekent, onbedoeld versterkt en wordt de autonomie van de gemeente verder aangetast. Daarom is dit voor de PvdA-fractie een ‘no-go’.

Kaderstelling: focus op maatschappelijke doelen

Zoals eerder gezegd, vindt de PvdA-fractie dat altijd de vraag voorop moet staan hoe we met de beschikbare middelen de gewenste maatschappelijke doelen kunnen behalen of blijven behalen. Bij de heroverweging van het niveau en de omvang van de taken die we als gemeente in het kader van medebewind uitvoeren willen de PvdA-fractie voorts voorkomen dat de keuzes de inwoners met een smalle portemonnee onevenredig hard raken. Evenmin mogen de keuzes ten koste gaan van de essentiële steun aan en zorg voor de meest kwetsbare inwoners. En middelen van het rijk voor jeugdzorg en zorg voor ouderen en andere kwetsbare groepen mogen niet worden gebruikt om tekorten elders op te lossen.

Als er op deze manier aan het realiseren van ombuigingsmaatregelen wordt gewerkt, wil de PvdA-fractie bovendien als laatste naar het sociaal domein en met name de kosten van preventie kijken.

Een belangrijk onderdeel van het sociaal domein is het zogeheten ‘voorliggend veld’. Daarmee wordt doorgaans het totaal aan algemene voorzieningen bedoeld dat voor de inwoners beschikbaar is. Je zou kunnen zeggen dat het gaat om alles wat inwoners verbindt en verbroedert. Om alles dat zorgt voor meer begrip en respect voor elkaar, en daarmee voor een mooiere samenleving.
PvdA-raadslid Otto Veenstra heeft hierover onlangs in de Spreekbuis in de Feanster mooi geschreven.

Hink Speulman, fractievoorzitter

 

 

Heb je vragen of wil je wat kwijt?
Neem dan contact op met een van de leden van het bestuur of van de raadsfractie. Ook kun je een e-mail sturen naar [email protected]

 

‘Header’-afbeelding van Dawid Cedler via Pixabay

 

*)  Als de huishouding gesloten is, dan betekent dit dat de betreffende overheid alleen die dingen mag doen waarvoor in de nationale wet- en regelgeving specifieke bevoegdheid is gegeven. Er is dan geen open bevoegdheid om los van die specifieke bevoegdheden andere beleidsinitiatieven te nemen. De bevoegdheden zijn dan gesloten, specifiek benoemd en bepaald.
Bij een open huishouding is er naast het medebewind een geheel open mogelijkheid om via regels of bestuursbesluiten maatschappelijke problemen aan te pakken. De grens van die open bevoegdheid wordt bepaald door hetgeen de hogere overheid aan zich heeft getrokken en bijvoorbeeld ook door de grondrechten. De gemeentelijke overheid mag op basis van de open bevoegdheid niet te diep penetreren in de private sfeer.

 


 

 

 

Hink Speulman

Hink Speulman

Hink Speulman is jarenlang in zowel de commerciële als de publieke branche werkzaam geweest. Zijn belangstelling gaat uit naar mens en samenleving, evenals naar kunst en cultuur. Sinds december 2020 gepensioneerd, maar ‘niets doen’ is niet zijn stiel. Hink beschouwt zichzelf als een rechtgeaarde en kritische sociaaldemocraat, maar géén meeloper in een beweging.

Meer over Hink Speulman