Natuurlijk, ik weet het, het is een zwaktebod. Je moet immers altijd uitgaan van de winst. Een olympisch atleet die afreist naar de spelen onder het klassieke motto ‘meedoen is belangrijker dan winnen’ is niet meer van deze tijd. In het voetbal gaat ook de vaste degradatiekandidaat elk seizoen weer voor het kampioenschap en in de aanloop naar de de raadsverkiezingen wordt elke partij de grootste. Zelfs de gedachte aan een iets andere uitslag zou zoals gezegd gezien kunnen worden als een zwaktebod.
En toch, wat is er eigenlijk tegen een zwaktebod? Neem nu het volgende, een paar weken geleden zat ik te praten met een ongeruste moeder over Jobinder, het vervoersysteem voor leerlingen- en WMO-vervoer. Het systeem in kwestie is met ingang van dit jaar ingevoerd en de kinderziektes waren niet van de lucht. Veel ouders dachten met weemoed terug aan de situatie zoals die was. De moeder beschreef mij dan ook in detail wat er allemaal beter kon in de huidige praktijk. En volstrekt logisch dat ze behoorlijk chagrijnig op mij was, voor haar was ik het gezicht van een verandering die haar zoontje in de war maakte. Op enig moment betraden we een zijpad, ze vertelde – bijna met een nostalgische blik van heimwee in de ogen – over de chauffeur van vroeger. Hoe hij haar zoontje ’s ochtends steevast begroet had met een high five. Hoe de chauffeur z’n pappenheimers kende, een opbeurende opmerking waar nodig, even dimmen als het te gek werd. Hij hield van de kinderen en was dus geknipt voor deze baan. Ik keek haar aan, de moeder die dus eigenlijk nog behoorlijk boos op mij was. “Eigenlijk…”, zo begon ik voorzichtig, “Eigenlijk lijkt het mijzelf ook wel een geweldige baan…”. Zij op haar beurt keek mij aan, aarzelde een moment en sprak toen recht uit haar hart: “U zou er ook heel geschikt voor zijn, ik zou mijn zoontje graag aan u meegeven…”. En dan te bedenken dat ze boos op mij was. Echt waar. En tegelijkertijd zegt ze zoiets geweldigs. Het voelde als een ridderslag, zelden kreeg ik zo’n compliment.
Ach, natuurlijk gaat de PvdA de verkiezingen winnen en ik wil ook heel graag nog een periode door als wethouder. Maar stel nu dat er bij de formatie komend voorjaar onverhoeds een kink in de kabel komt. Stel nu dat… dan heb ik een Plan B!