Het zal een jaar of tien, vijftien geleden zijn dat ik ergens in wat toen nog ‘een rokerig achterafzaaltje’ werd genoemd iets aan de daar aanwezigen stond of zat uit te leggen. Ik weet niet meer waar het was, ik weet niet meer bij welke gelegenheid (heel vaag meen ik me te herinneren dat de invoering van de WMO centraal stond), en ik weet zelfs niet meer welk gezelschap het betrof. Hoewel… al te bijbelvast waren ze niet. Want ergens in mijn betoog greep ik terug op het -door mij als algemeen bekend veronderstelde- verhaal van de Barmhartige Samaritaan. Maar ik schatte het verkeerd in, want onmiddellijk kwam de vraag uit de zaal: “De barmhartige wie…?” En tsja, daar sta je dan achter zo’n microfoon. Moet je echt dat hele verhaal inclusief z’n context uitleggen? Of er juist snel overheen praten, eigenlijk was het ook meer een om m’n betoog extra kracht bij te zetten, het had ook achterwege kunnen blijven. Maar goed, als je snel moet beslissen maak je wel ‘ns de verkeerde keuze, dus ik ging voor het eerste. En dan blijkt het nog een heel avontuur. Iemand ligt gewond langs de kant van de weg, maar gelukkig, er komt iemand aan. En kort daarachter nog iemand. En het zijn niet zomaar voorbijgangers, nee, het betreft een priester en een leviet. “Watte…” werd er vanuit de zaal geroepen. Ik begreep het onmiddellijk, het verhaal was tweeduizend jaar oud en priester en leviet zijn niet meer al te gangbare termen, maar moest ik nu ook nog uitleggen hoe dat precies in elkaar zat? Ik vond er wat op. “Een soort CDA’er en iemand van de ChristenUnie”, verduidelijkte ik. De zaal accepteerde de uitleg dus ik kon verder. Ik verhaalde over de man uit Samaria van wie je het absoluut niet verwachtte maar die juist heel barmhartig bleek. Opnieuw geluid uit de zaal. Inmiddels was ik bijna wanhopig. “Maar als die eerste twee van het CDA en de ChristenUnie kwamen, wie was die derde dan?”. Bijna stond ik van pure ellende met mijn voorhoofd tegen de lessenaar te bonken, maar ik vermande mijzelf. “Weet u wat? Vergeet u dat hele verhaal over die Barmhartige Samaritaan maar, ik ga gewoon verder met de WMO”. De hele zaal knikte instemmend, voor het eerst waren we het eens.
Meer dan een decennium lang heb ik hier geen enkele gedachte meer aan besteed, het kan goed zijn dat ik het verdrongen had. Maar toen gebeurde het volgende, afgelopen donderdagavond. Tijdens of na afloop van een bijeenkomst van raadsleden hier op het gemeentehuis. Raadsleden, ambtenaren en andere betrokkenen met elkaar in gesprek over een aantal van tevoren geagendeerde onderwerpen. Onze fractie, onder aanvoering van fractievoorzitter Theun Nicolai, was in vorm. De fietsbrug versus een eventuele tunnel bij Surhuizum, de beheersstructuur van het zwembad, het rumoer rond het leerlingenvervoer, niets ontsnapte aan zijn aandacht. Het was de Theun zoals we die zo goed kennen, messcherp in zijn vragen, loepzuiver in zijn analyses en glashelder in zijn conclusies. Direct na afloop had ik een volgende afspraak en ik verliet het gemeentehuis. Pas de ochtend daarna hoorde ik dat er tijdens een vervolgbijeenkomst iets heel vervelends was gebeurd. Theun was ongelukkig ten val gekomen en … had zijn heup gebroken. Hulpeloos had hij om zich heen gekeken. En wie schoot te hulp? Een CDA’er? Iemand van de ChristenUnie? Nee, de man die zich om hem bekommerde, die hem vergezelde hem naar het ziekenhuis en die wachtte op het resultaat van de foto’s was iemand anders. Zij naam is Sjoerd Groenhof, hij komt uit Harkema, hij is fractievoorzitter van de FNP en bestond het ooit om vanuit die hoedanigheid een -overigens volstrekt kansloze- motie van afkeuring tegen mij in te dienen.
En plotseling wist ik wat het antwoord op die vraag van tien jaar of meer geleden was, de Barmhartige Samaritaan kwam uit Harkema, bleek lid van de FNP en heette Sjoerd. De PvdA is hem dankbaar!