Het ambtsgebed is dan eindelijk verdwenen uit de raadszaal van Achtkarspelen. Met dank aan raadslid Maaike Dotinga van de FNP, zelf een overtuigd christen. Het uitspreken van een kort gebed voorafgaande aan een raadsvergadering is de PvdA altijd al een doorn in het oog geweest. In de tijd dat Achtkarspelen nog overwegend christelijk was, was het ambtsgebed wellicht nog te verdedigen. Gemeenteraden brachten ermee tot uitdrukking dat het werk van de overheid de zegen behoefde van een opperwezen. En daarmee werd tegelijkertijd de betrekkelijkheid van de politieke besluitvorming aangegeven. Een ongelukkig besluit zou wel door een opperwezen worden gecorrigeerd. De PvdA herkent zich hierin niet. De scheiding van kerk en staat is voor de PvdA nagenoeg heilig. In een samenleving met een grote verscheidenheid aan alles past een collectieve geloofsbelijdenis niet meer. Nog afgezien van het feit dat de tekst, voorgeschreven in een reglement, sleets is geworden. Een tekst die geen recht doet aan de sterk toegenomen verscheidenheid in denken. En waar hebben we het nu helemaal over ? Partijen of individuele raadsleden die nog wel hun afhankelijkheid aan een opperwezen willen belijden kunnen dat doen in hun fractiekamer. Het afschaffen van het ambtsgebed is geen verbod tot bidden !
Mattheüs 6
Het ambtsgebed wordt door christelijke partijen vaak verdedigd met een beroep op de bijbel. Het ambtsgebed is bijbels en is aan God zeer welgevallig. Een grootse en publieke uiting van een gebed laat een ieder zien hoe zwak en nietszeggend de mens is. De mens is afhankelijk van Gods zegen. Daar staat tegenover dat in de bijbel het boek Mattheus 6 een ander lezing geeft. Citaat : “En wanneer gij bidt, zult gij niet zijn als de huichelaars, want zij staan gaarne in de synagogen en op de hoeken der pleinen te bidden, om zich aan de mensen te vertonen. Voorwaar, ik zeg u, zij hebben hun loon reeds. Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene”. Einde citaat.