De vogel en de tak

21 mei 2018

“Maar…” zo formuleerde mijn gesprekspartner aarzelend, “als ze nu ‘ns gewoon niet zo heel goed kunnen vliegen?” Ik keek hem aan, stomverbaasd. Dat ik daar nu niet eerder aan had gedacht. “Natuurlijk, dat is het”, antwoordde ik vol respect voor zijn analyse, “Ze kunnen misschien wel niet zo goed vliegen. Tenminste, dat denken ze zelf. Dat moet het zijn want anders weet ik ook niet waarom…”

Het was maar goed dat er niemand meeluisterde, daar in die horecagelegenheid in de Groningse binnenstad afgelopen weekend. Ik had een eetafspraak met een goede vriend van mij (journalist, maar hij heeft al lang geleden beloofd niet te schrijven over iets waarbij ik rechtstreeks betrokken ben) en ik luchtte mijn hart. Over het CDA in Achtkarspelen en over de wijze waarop ze van de ‘oude coalitie’, althans van het PvdA deel daarvan, afscheid hadden genomen. Te weinig stabiel hadden ze gezegd. Te wankel. Slechts goed voor elf van de in totaal eenentwintig zetels. Twaalf was beter. Veel beter. Een stuk stabieler. Zoveel stabieler zelfs dat dat de plotselinge politieke breuk zou rechtvaardigen. En ik was daar aanvankelijk nogal verontwaardigd over. Natuurlijk, het CDA mag afscheid van ons nemen. Om programmatische redenen. En die zijn er. Inderdaad denken wij totaal anders over jongerenwerk en ouderenwerk, staan we verschillende tegenover de verantwoordelijkheid van de lokale overheid inzake de zorg, willen we veel meer inzetten op preventie van problemen dan op wachten tot het mis gaat, willen wij veel meer investeren in onderwijs en gezondheidszorg en ga zo maar door. En inderdaad, regelmatig kruisten we dan de degens met elkaar. Ik had me voor kunnen stellen dat ze om die reden afscheid van ons wilden nemen. Had ik het armoede- en minimabeleid al genoemd? Nog zoiets waar we anders over denken. Ik had het me voor kunnen stellen, zij hebben de verkiezingen gewonnen, eindelijk van die steeds maar dwarsliggende PvdA’ers af. Maar dat was het dus niet, zeiden ze. Het ligt echt aan die elf zetels. Zeggen ze. Want elf is te weinig. Vinden ze. Maar dan, al anderhalf jaar… We hebben ziekte gehad bij de ChristenUnie en bij de PvdA. In de praktijk rustte de coalitie geruime tijd op slechts tien zetels. En is dat ooit een probleem geweest? Nee, absoluut niet. Daarom viel dat argument zo slecht bij mij, ik kon het niet plaatsen, begreep het niet goed. En bovendien, wat kan het eigenlijk schelen, dat aantal. Het leek, zo vertelde ik mijn vriend, op een vogel die zich zorgen maakte over de tak waarop hij ging zitten. Of die wel sterk genoeg was. Hem wel zou houden. Of hij er niet door zou zakken. Volstrekt onlogisch natuurlijk, want een echte vogel vertrouwt op de kracht van zijn vleugels, die kan zo goed vliegen dat de sterkte van de tak hem een worst zou zijn. En dat gaat toch ook op voor ons in Achtkarspelen? Vertrouw op je eigen bestuurlijke professionaliteit en wat maakt het aantal zetels dan nog uit?

En toen sprak mijn vriend, die nauwelijks weet waar Achtkarspelen ligt, die woorden: ”Maar als ze nu ‘ns gewoon niet zo goed kunnen vliegen?”. En dat is het natuurlijk. Dat denken ze. Maar het is niet terecht, want ook al waren we het vaak oneens, ik vond -niet altijd maar wel regelmatig-  dat ze echt wel goede argumenten hadden, dat het echt wel professionals waren.

Misschien had ik ze dat wat vaker moeten vertellen…