Mooi ding, die Geldgids. Nuttig ook. En duur. Hoop ik. Even de achtergronden. De gemeente Achtkarspelen stelt op jaarbasis een behoorlijk bedrag beschikbaar voor de armoedebestrijding. En we geven daar op allerlei manier handen en voeten aan. Natuurlijk is het het beste wanneer we iemand de weg kunnen wijzen bij het vinden van een goede baan met een bijbehorend inkomen, dan is hij of zij helemaal geholpen. Maar dat lukt niet altijd en er zijn in onze gemeente nu eenmaal nog al wat mensen die de eindjes maar met moeite aan elkaar kunnen knopen. Soms met zoveel moeite dat ze zich een aantal zaken moeten ontzeggen die we ze toch graag gunnen. En daarom bestaat er het zogenaamde ‘minima- of armoedebeleid’. De regels die beogen deze categorie net even wat extra’s geven. De mantelzorgers tegemoet te komen. De mensen die langdurig in deze situatie verkeren een zetje in de rug geven en zo nog een heel stel maatregelen. Teveel om op te noemen. Hoewel … teveel om op te noemen? Dat is nu ook weer wat overdreven. Eigenlijk kunnen we ze best even opnoemen. “Doe dat dan”, zo klonk de roep van de Cliëntenraad Werk en Inkomen. En van de WMO raad. En van de gemeenteraad. “Doe het dan”. Want… het geld dat de gemeente hiervoor beschikbaar had raakte niet op. En dat is natuurlijk enorm zuur, want dat geld had echt wel een heel serieuze bestemming, we wilden deze inwoners van Achtkarspelen dolgraag helpen maar dat lukte niet. Er werd niet genoeg van deze regelingen gebruik gemaakt. In de raad ontspon zich ooit een omgekeerde discussie. Waar je normaal je uiterste best doen om niet al teveel geld uit te geven, mocht er hier juist wel een tandje bij. Er werd dus te weinig gebruik gemaakt van deze regelingen en wij hadden de stellige indruk dat dat kwam omdat veel mensen eenvoudigweg niet wisten dat die regelingen bestonden.
Maak ze dan bekend. Maar hoe? Op internet? Wordt te weinig gebruikt, met name door ouderen. Via de gemeentegids? De papieren versie houdt op te bestaan, dus dat helpt ook niet. De uiteindelijke oplossing bleek eenvoudig. We maken gewoon een eigen papieren minimagids. “Net als vroeger”, wist een enkele oudgediende zich te herinneren. Maar dat bleek gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want hoe moet zo’n ding er dan uitzien? Uiteindelijk is er een team van vier ambtenaren geformeerd die zich over deze vraag boog (Niet ongerust worden, ze waren er echt niet fulltime mee bezig.) Slechts één daarvan was een inhoudelijk specialist. De overige drie waren communicatiedeskundigen. Want één van de ervaringen die de cliëntenraad ons meegaf was dat veel gemeentepublicaties nauwelijks te lezen waren. En vooral deze moest dus zo leesbaar mogelijk, maar dan wordt het algauw truttig. En dat mocht absoluut niet, ik heb helemaal niks met die schrijfsels op kleuterniveau. Begrijpelijk maar niet kinderlijk dus. En dan altijd die foto’s. De laatste snee brood op een plankje. Een foto van een portemonnee met nog maar twee dubbeltjes erin. Zo dramatisch allemaal. Wilden we ook niet, het boekje moest uitstralen dat we elkaar hartstikke serieus namen en zeker niet zielig vonden. Vandaar ook de naam. Niet meer ‘minimagids’ of zoiets, ook geen verhullende of zelfs mislukt grappige naam maar gewoon zeggen waar het op staat. De Geldgids dus!
En zoals ik al zei, hij is ontzettend mooi geworden. En ik hoop dat hij enorm nuttig blijkt, aan z’n doel beantwoord. Als dat het geval is zal dat behoorlijk wat kosten. Maar laat dat nu net de bedoeling zijn. Onze mensen, onze inwoners, verdienen het!