23 april 2010

Volksgebouw Boelenslaan.

Aan het einde van de 19e eeuw begonnen ook op de Surhuisterveensterheide de “verworpenen der aarde” te ontwaken uit hun armoedig bestaan. Socialistische voormannen als Tjeerd Stienstra, Ferdinand Domela Nieuwenhuis en Pieter Jelles Troelstra bezochten de streek rond het huidige Boelenslaan en spraken soms voor honderden personen, vaak in een schamele hut. De wens voor een eigen gebouw voor de arbeidersbeweging was geboren.

Van Huis op de Heide tot Volksgebouw: opkomst en teloorgang van een rood bolwerk te Boelenslaan door Martinus Jongsma

Volksgebouw2

De SDAP afdeling Surhuisterveensterheide (“De Heidebond”), opgericht door Andries Boomsma en de gebroeders Steensma, “de trije reade rakkers”, benoemden een commissie en weldra waren de plannen concreet. In een circulaire van Troelstra c.s. in het Weekblad Kanton Bergum stonden ze uitvoerig stil bij de grote armoede in de spitketen, de armlastigheid, de karige bedeling en de kindersterfte.

Maar hoe weinig de gezinnen ook verdienden, nog geen 200 gulden per jaar, de ondertekenaars van de circulaire gaven de moed niet op. “Toch is de bevolking er nog krachtig, ruwheid en onzedelijkheid heerschen natuurlijk wel onder haar, maar één blik op eene vergadering dier mannen en vrouwen zou U, lezer, duidelijk doen zien, dat van dat ras nog alles te maken is”. “Wanneer hunne dochters nog wat onderwijs konden ontvangen in handwerken, hun zoons zich konden vereenigen tot muziek- en andere gezelschapen, wanneer zij politieke en vereenigingen van grondarbeiders konden vormen”, dan zouden ze zich beter kunnen ontplooien. Een nieuw lokaal de wens, omdat de grootste herberg niet meer was dan een hut.

Ruim tweeduizend gulden was nodig voor een verenigingsgebouw op de heide, toegankelijk voor alle richtingen en partijen. Het geld werd voornamelijk bijeengebracht door vermogende partijgenoten van Troelstra c.s.

Pieter Jelles Troelstra

In zijn “Gedenkschriften” schrijft Pieter Jelles Troelstra:

“In een vergadering met de arme arbeiders van de Surhuisterveensterheide, in een nauwe schuur onder hondenweer gehouden, was in februari 1898 een Heidebond opgericht, waaraan werd verbonden een kommissie, om tot het stichten van een eigen gebouw voor de heidearbeiders te komen, waarin Gorter en ik zitting hadden met twee leden uit Tietjerksteradeel, Jansonius en ds. Kijlstra. In november 1899 was deze kommissie met haar taak gereed gekomen en werd het “Huis op de Heide” feestelijk geopend.
Wij hadden vooral gerekend op ds. Kijlstra, predikant te Rottevalle, den aangewezen raadsman en voorlichter van de arbeiders in die buurt, die in de geestelijke en economische verheffing van de verarmde bevolking een prachtigen werkkring had kunnen vinden. Maar onder den invloed van de Tolstoïaansche ideeën van die dagen legde hij al spoedig zijn ambt neer, om zich naar de kolonie Walden in het Gooi te begeven. In plaats van mede te werken aan verheffing van de arbeiders tot zijn eigen levenspeil, verlaagde hij dat peil en ging in Walden als landarbeider werken.
Dit optreden van ds. Kijlstra beroofde diegenen, die gebruik maakten van het Heidehuis, van hun aangewezen leider en het einde is geweest, dat het weer moest worden gesloopt”.

 

Troelstra

 

Ter gelegenheid van de opening van Het Huis op de Heidde dichtte de broer van Pieter Jelles Troelstra, Dirk, het volgende:

De boodschap op de hei
Scheemring regende
over de hei,
Zon aan de kimmen
in vuurgloed lei.

’t Vensterke klein
in het hutje van hout
blonk er en blaakt ‘er
al zat het vol goud.

Dommelend wacht er
de oude aan de schouw,
Dood is het vuur
en hij rilt van de kou;

In treedt de zoon
en een wonderbaar licht
straalt van zijn knokige
aangezicht.

“Vader! Hoor van
de Nieuwe Tijd!
’t Huis op de Heide
is er aan gewijd.

Nog beeft mij ’t hart
van wat ‘k hoorde en zag:
Vader! Ook ons wacht
een Betere Dag!

Moeder, kinderen nu
om hem bestaan:
Kijken verheerlijkt
grootvader aan.

Vreemd heft hij ’t hoofd op
en dan zinkt het neer:
Grootvader snikte …
En was niet meer.

De muziek was van de vrouw van Dirk Troelstra, Sylvie de Vries. Het lied werd tot ver in de twintigste eeuw door het volk gezongen en niet alleen op de Feansterheide. Het Heidehuis, waarvan Roel de Vries in de beginjaren concierge was, werd “Volksgebouw” genoemd en nooit “Heidehuis” of iets dergelijks. Het stond aan de Boelenslaan bij De Trije Roeden, ongeveer honderd meter over de grens met Smallingerland, op het grondgebied van Houtigehage. Het bleef alcoholvrij tot de afbraak in 1915. De restanten werden afgevoerd en dienden als stevig fundament voor café Pultrum te Houtigehage. In het pand Buorren 58 te Houtigehage bevindt zich onder een schuurstijl de bovenste helft van de gevelsteen met de namen van de commissieleden P.J. Troelstra en H. Gorter. De onderste helft, waarop de namen van M. Ettema, R. Landheer en H. Smedes, is onvindbaar.

Durk Jilles Pultrum

DurkPultrum

Het gemis aan een eigen gebouw deed de Loansters echter pijn. Ruim 15 jaar later bracht met name de onvervalste volksman Durk Jilles Pultrum daar verandering in. Pultrum, gemeenteraadslid van Achtkarspelen en voorzitter van de plaatselijke SDAP-afdeling, vond dat er weer een eigen “Volksgebouw” moest komen. Hij diende een verzoek in voor een bouwvergunning en op 19 september 1933 werd die verleend. Het werk, partijgebouw met woongedeelte, werd uitgevoerd door bouwbedrijf Bareld Dalstra uit Surhuisterveen voor een bedrag van f. 2725,–, exclusief de grond.

Twee maanden later, op 29 december 1933, kon de nieuwe accommodatie reeds worden geopend. Maar liefst vier kranten, de Drachtster Courant, de Kollumer Courant, De Hepkema en de Leeuwarder Courant, meldden een identiek verhaal.

“Vrijdagavond is op feestelijke wijze het nieuwe Volksgebouw, gesticht door de afdeeling van de S.D.A.P., geopend. Het afdeelingsbestuur had reeds voor enkele jaren door het houden van een groote verloting voor dit doel een bouwfonds gevormd. In de loop van den afgelopen zomer werd besloten tot den bouw over te gaan. De aannemer-timmerman B. Dalstra te Surhuisterveen had een bestek en teekening ontworpen en heeft ook den bouw uitgevoerd.

Het geheel maakt een heel prettige indruk. Het bevat een woning voor den exploitant en een groote ruime zaal, plaats biedende aan 250 à 300 personen voor vergaderingen, toneeluitvoeringen enz. Hierin is een Verlof B tot verkoop van alcoholvrije dranken gevestigd. Als exploitant is door het bestuur benoemd de heer Jan Dootjes, van hier, die het pand reeds heeft betrokken.

Reeds lang voor het vastgestelde uur kwamen de belangstellenden opdagen en om half acht was de zaal tot de uiterste hoeken gevuld. Velen moesten zich met een staanplaats tevreden stellen, terwijl nog tientallen teleurgesteld moesten terugkeeren, omdat er geen plaats meer voor hen was.

De bijeenkomst werd door den afdeelingsvoorzitter, den heer D. Pultrum, geopend, waarna de voor korten tijd opgerichte afdeeling van de A.J.C. een paar liederen zong onder leiding van mej. Hiemstra te Drachten. Als eerste spreker trad hierna op de heer Brand Mulder, die de gelukwenschen van de afdeeling Surhuisterveen overbracht en namens die afdeeling een spreekgestoelte aanbood, een keurig werkstuk, vervaardigd door den heer J. Jongstra te Surhuisterveen.

Het woord was daarna aan den feestredenaar den heer H. de Boer te Leeuwarden. De spreker wees er op, dat het van moed en kracht getuigt, in deze tijd van malaise en reaktie, een gebouw als dit te stichten. Hij achtte het een goed idee de bijeenkomsten te openen met een optreden van de jonge afdeeling A.J.C. Immers dit belooft nieuwe kracht voor de toekomst, wat vooral in deze voor de arbeidersbeweging zoo moeilijke tijd van veel belang is. Hij hoopte, dat het gebouw aan de gestelde verwachtingen zal voldoen en het zijne er toe zal bijdragen tot verheffing van de bevolking en tot versterking van de moderne arbeidersbeweging.

Verder voeren nog het woord: de heer Veenstra voor de moderne bouwarbeidersbond; de heer IJtsma voor de moderne landarbeidersbond; de heer J. de Jong voor de afdeeling Buitenpost van de S.D.A.P.; mej. Attje Fennema voor de soc. dem. vrouwenclub te Buitenpost; de heer J. de Boer namens de A.J.C. van Drachten; de heer J. Poelstra namens de S.D.A.P. te Twijzel.

De voorzitter beantwoordde de sprekers, waarna de A.J.C.ers van Drachten en Boelenslaan den avond verder vulden met zang, declamatie en dans”.

Naast Durk Pultrum waren Siebe Boomsma, Jan Kuipers, Tjeerd Nijboer en Miente van der Molen de grondleggers van het socialistische onderkomen.

Herinneringen

Wijlen Siebe Boomsma, werkzaam op de zuivelfabriek te Surhuisterveen en na de oorlog gemeenteraadslid van Achtkarspelen, wist zich in 1979 de ontwikkelingen nog goed te herinneren.

“We hadden in de dertiger jaren eigenlijk onvoldoende vergaderruimte en moesten daarom naar het café van Durk van der Sluis. Die verwachtte dan natuurlijk dat we een paar consumpties namen, maar dat kon er niet af. Voor een eigen gebouw hebben we ondermeer door de verkoop van 3.000 loten geld bijeengebracht”.

Boomsma, later koninklijk onderscheiden voor zijn verdiensten voor de gemeenschap, raakte niet uitgesproken over “zijn” Volksgebouw. “Als de partij vergaderingen had in het Volksgebouw, moest er gratis koffie worden geschonken.

Later kweam men met alcohol en dat hadden ze nooit moeten doen”. Zijn vrouw Meintje Boomsma-Witteveen: “Voor de vrouwen van de SDAP-ers werd ook veel gedaan. We hadden toen een eigen vrouwenvereniging. De vrouw van ds. Ruitenberg, een “rode” dominee, was de oprichtster. Een maal per jaar was het feest. Dan was het Volksgebouw eigenlijk te klein. De zaal zat vol met vrouwen en op iedere tafel stond een rode bloem”.

De reeds overleden Miente van der Molen herinnerde zich in 1983 in een interview in “De Reade Twirre”, het PvdA-blad van Achtkarspelen, als de dag van gisteren de activiteiten rond het Volksgebouw. “In de crisisjaren sloeg men op De Loane de handen ineen en stichtte een eigen gebouw. De leden van de SDAP zorgden voor de fundering. De bouwkosten moesten bijeengebracht worden door de verkoop van loten. De hoofdprijs was een nieuwe fiets. Wij gingen de wijde regio in om de loten aan de man te brengen. Op de fiets naar de markten van Zuidlaren en Roden. Ook Durk Pultrum, onze voorzitter, ging mee. Durk was een markant figuur. Zo had Jelle Dam, de plaatselijke timmerman, een doodskist voor Pultrum gemaakt, een rode! Jarenlang heeft dat ding bij hem op zolder gestaan. Toen hij in 1959 overleed was de kist in opdracht van de familie echter zwart geverfd”.

Jan “Politiek” Zuidema, ook reeds overleden, partijman in hart en nieren, had in 1979 een vraaggesprek met Auke Veenstra, verslaggever van het PvdA-blad “De Reade Tried”. “Boelensloane is er greatsk op dat yn it doarp noch in eigen gebou fan de partij stiet. Yn de 30-er jierren kaem der by de soasjalisten de gedachte op om in eigen gebou te bouwen en men frege by de minister in fergunning oan om in lânnelike ferlotting hâlde te meijen. Nou, dat mocht en doe gie it los. De haedpriis wie ….. in motorvoertuig. En it smiet wol jild op, want it saldo wie sa’n f. 3000,–. Groun koe oankoft wurde foar f. 500,– en yn 1933 waerd it dan boud. It stiet der noch en it is it iennige gebou fan de PvdA yn Nederlân dat in ôfdieling yn syn bisit hat.

De promotor fan it gebou hat Durk Pultrum west en fan him is bikend, dat hy in fjochter wie foar de soasjalistyske gedachte. Foar syn forstjerren forkoft hy in antyke klok en liet foar it jild in reade deadskiste meitsje, dy’t jierren by him op ‘e souder stien hat. Nei syn forstjerren hat de ôfdieling him yn dy kiste út syn eigen Folksgebou útdroegen en oer de kiste lei de eigen ôfdielingsflagge.

Neidat yn de lêste oarloch de Dútskers it Folksgebou foardere hiene, koe nei 1945 mei jild fan it N.V.V. it gebou werom koft wurde en sa is it nou noch it forgadergebou fân de ôfdieling. Mar it gebou is nou ûnderbrocht yn in stichting, dêr ’t allinne mar leden fan de PvdA lid fan wêze kinne. Dêrfoar hat it haedbistjûr fan ús partij it Folksgebou in tiidlang yn bisit hawn”.

In 1949, Miente Steensma en zijn vrouw Hiltje waren toen beheerders, werd een kleuterschool in het Volksgebouw gehuisvest. Janke Dalstra uit Surhuisterveen werd juf. Het Volksgebouw werd in die tijd bestuurd door Durk Pultrum, kaaskoopman; Rinze Rinzema, winkelier; Anne Boelens, arbeider; Siebe Boomsma, zuivelbewerker en Sijtze Dijkstra, arbeider. In het begin van de jaren ’60 vertrok beheerder Steensma naar Drachten, waarna Andries Hoeksma zijn opvolger werd.

Mijlpaal

In maart 1965 werd een mijlpaal bereikt in de geschiedenis van het Volksgebouw. Na een grondige verbouwing werd het socialistische onderkomen op feestelijke wijze heropend. De Kollumer Courant versloeg het gebeuren aldus:
“Op een bijzonder feestelijke wijze is de heropening van het Volksgebouw gevierd. Nog nooit is op een zo duidelijke wijze naar voren gekomen welk een belangrijke plaats dit gebouw inneemt in de gemeenschap van Boelenslaan. Meer dan ooit is komen vast te staan dat de afdeling Boelenslaan van de Partij van de Arbeid wat dit gebouw betreft voor een unicum heeft gezorgd. Niet alleen is deze afdeling de enige in ons land die er een eigen gebouw op na kan houden, maar het is ook de enige plaats van samenkomst voor Boelenslaan. Mogen woorden als oecumene en doorbraak voor velen wat opgeschroefd lijken, in Boelenslaan zijn ze -ongewild overigens- werkelijkheid geworden. In het Volksgebouw vinden verkopingen plaats, vergaderingen worden er gehouden, de kerk vindt er gastvrijheid en zelfs was het een tijdlang het domicilie van de neutrale kleuterschool. Er worden bruiloften gehouden en begrafenissen vinden vanuit het gebouw plaats”.

Er was veel waardering voor het werk van de plaatselijke PvdA-afdeling. Men ontving van de Coöperatieve Boerenleenbank te Rottevalle een subsidie van maar liefst f. 1200,– en de arbeidersverzekeringsmij. “De Centrale” te Utrecht verraste met een cheque van f. 1000,–. Voorzitter Sijtze Dijkstra kreeg de gelukwensen van de Leeuwarder wethouder Jakob Vellinga, PvdA-wethouder Frits Kuipers van Achtkarspelen, Minze van der Heide namens het kleuterschoolbestuur, de openbare lagere school en Volksonderwijs, de heer Van Oorschot namens de Gereorganiseerde Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, Diemer Veenstra namens de afdeling Boelenslaan/Houtigehage van Humanitas, mevrouw Pool namens de Hervormde vrouwenvereniging en Sake de Boer namens de begrafenisvereniging De Laatste Eer. Ook Lammert Dalstra (PvdA Surhuisterveen), B. Reitsma (PvdA Twijzel/Kootstertille), Liekele Kuipers (Algemene Nederlandse Agrarische Bedrijfsbond afdeling Boelenslaan) en Marten Modderman (kassier Boerenleenbank Rottevalle) boden felicitaties aan.

In 1965 bestond het bestuur uit de volgende personen: Sijtze Dijkstra, voorzitter; Martinus Jongsma, secretaris/penningmeester; Siebe Boomsma, Bauke Nijboer en Anne Bos. Om diverse redenen verlieten Jan Zuidema, Jacob Bos en Henk Jongsma het bestuur. De nieuwe bestuurders besloten het Volksgebouw een wat andere bestemming te geven. Tot dan deed het gebouw slechts dienst als plaats van samenkomst voor velerlei verenigingen, doch het dorp Boelenslaan had reeds lang behoefte aan een “cultureel centrum”, een plaats waar muziekuitvoeringen, toneel, maar ook speciale avonden voor de jeugd konden worden gehouden. Met het aanstellen van een nieuwe beheerder, oud-bestuurslid Jacob Bos werd de nieuwe man, kon deze wens in vervulling gaan. Het Volksgebouw ging als café-biljart vervolgens de gehele dag open. Er kwam een juke-box, alsmede een uitstekend biljart en de accommodatie werd aanzienlijk uitgebreid.

In 1976 stopte Bos als uitbater van het Volksgebouw. Hij werd per 1 december 1976 opgevolgd door Albert Kooistra. In het begin van de tachtiger jaren was Kees Praamstra de horeca-ondenemer, terwijl Pieter Tjoelker in 1985 het stokje overnam. Na diens overlijden, in 2001, runden achtereenvolgens Grietje Alma, haar zoon Aan en Geert Wijnstra het café.

Omdat het bestuur van de plaatselijke partij-afdeling, niet rechtspersoonlijkheid bezittende en daardoor steeds afhankelijk van de landelijke organisatie, niet op een adequate wijze de exploitatie van het Volksgebouw kon uitvoeren, werd besloten het beheer op een andere wijze in te vullen.

Daarom verschenen op 28 september 1977 de volgende personen bij notaris Beth te Augustinusga en richtten de “Stichting Algemeen Belang Boelenslaan” op: Pier Haagsma, directeur van een woningbouwvereniging, Buitenpost; Sijtze Kooistra, caféhouder, Boelenslaan; Anne Bos, boekbinder, Boelenslaan; Andries Hoeksma, metaalbewerker, Boelenslaan; Geert Bruining, bedrijfsadviseur, Houtigehage; Bareld Nieuwenhuis, ambtenaar, Houtigehage en Jan Zuidema, Boelenslaan. Het doel van de stichting werd in de akte als volgt omschreven: “Het bevorderen van het algemeen belang en het vergroten van de leefbaarheid in Boelenslaan en direkte omgeving. Zij tracht dit doel te bereiken door het nemen van initiatieven voor -, alsmede het steunen van akties die dit algemeen belang en de leefbaarheid bevorderen, en voorts het stimuleren en steunen van verenigingen en stichtingen, die een soortgelijk doel beogen als dat van de bij deze opgerichte stichting”.

Volksgebouw in de verkoop

De exploitatie van het Volksgebouw werd steeds moeilijker. Uiteindelijk nam het bestuur in de zomer van 2006 een rigoreus besluit: het Volksgebouw van Boelenslaan moest maar verkocht worden. Op 30 juni 2006 werd het historische gebouw verkocht aan Pieter Drost uit Zwaagwesteinde. Na 73 jaar trouwe dienst had het Volksgebouw afgedaan!

Secretaris Hinke Hermsen legt uit hoe het zover is gekomen: “Na de komst van Pieter Tjoelker werd het achterstallig onderhoud aangepakt. Het werd een goedlopend dorpscafé met plaats voor de verschillende activiteiten voor de bewoners van Boelenslaan en omstreken. De visclub, biljartclub, kaartclub en vele andere organisaties maakten gebruik van onze accommodatie. Na het overlijden van Tjoelker kwam het beheer in handen van Griet Alma en haar partner Sietze van der Velde. Vanwege de te beperkte woonruimte deed Griet Alma de beheerstaken over aan haar zoon Aan. De exploitatie ging echter bergafwaarts. Ook lukte het de uit Drachten afkomstige Geert Wijnstra niet er weer een rendabele zaak van te maken. Daarom was afstoting van het gebouw helaas onafwendbaar geworden”.

De opbrengst van het verkochte Volksgebouw werd gestort in een speciaal fonds van de Stichting “Volksgebouw”, het “Durk Pultrum-fonds”. Daaruit worden elk jaar donaties beschikbaar gesteld voor “goede doelen” die in het verlengde liggen van de doelstelling van de stichting.

Het stichtingsbestuur wordt thans gevormd door: Jaap Jongejan, Boelenslaan (voorzitter); Hinke Hermsen, Boelenslaan (secretaris); Martinus Jongsma, Surhuisterveen (penningmeester); Jelle Witteveen, Boelenslaan en Lieuwe van der Bij, Boelenslaan.

Boelenslaan

Bronnen:
* Drachtster Courant 02-01-1934;
* Gedenkschriften, deel II Groei, door P.J. Troelstra, Amsterdam 1928;
* Kollumer Courant d.d. 05-01-1934, 17-03-1965, 21-04-1965 en 11-08-1965;
* Leeuwarder Courant, 18-02-1984;
* De Reade Tried, partijorgaan PvdA Friesland;
* De Reade Twirre, partijorgaan PvdA Achtkarspelen;
* Weekblad Kanton Bergum d.d. 18-06-1898.
* Met medewerking van: Minze van der Heide, Boelenslaan; Notaris M. Palstra, Surhuisterveen; Frans Pultrum, Harkema; Doeke de Wit, Harkema.