Stom, stom, stom

Door Sjon Stellinga op 3 juni 2018

Het was een vervelende raadsvergadering, afgelopen donderdag. Soms heb je dat. De ene keer gaat het soepel en lekker, een volgende maal verloopt alles even stroef en hakerig. En dat laatste was nu dus het geval. Toch wel een beetje sneu, het was de eerste echte raadsbijeenkomst na de verkiezingen. Nadenkend over de oorzaken kom ik tot drie. Het college was zwak, de voorzitter was zwak en ik was zwak. Het eerste maakte me niet zoveel uit, het tweede vind ik toch wel een tikje jammer en van het derde baal ik als een stekker. Stomvervelend. En ik was nog wel zo goed begonnen.

Het voornemen was namelijk om mijzelf wijs en ver boven de materie en het aardse gehakketak staand te gedragen. Sereen glimlachend zou ik de diverse gedachtewisselingen aanhoren. En ik begon goed, heel goed. De agenda was namelijk een draak, het kon bijna niet anders of het betrof hier een bewuste poging van de agendacommissie om ook de laatste geïnteresseerde burger van de tribune te jagen. Maar ik zei niets, glimlachte slechts begripvol. Toen bleek op het laatste moment ook nog een memo van het college aan die agenda toegevoegd. De coalitie verdedigde dit door aan te geven dat het presidium het al een paar dagen wist. Kennelijk had niemand een blik op het reglement van orde geworpen om te ontdekken dat de voorzitter van de raad (en dus niet het presidium) daar in zo’n geval over gaat. Maar ik zei niets, glimlachte vergevingsgezind.

Het college (nota bene in de persoon van kwaliteitswethouder Jouke) toonde zich onvoldoende voorbereid bij een agendapunt over bestemmingsplannen, de inspreekster maakte hier zodanig korte metten mee dat de raad het punt ten langen leste maar van de agenda haalde. Ik zweeg, glimlachte slechts vaderlijk. Er volgde een motie van de coalitie die het college opdroeg een scholingsdag voor ambtenaren over laaggeletterdheid te organiseren. Ik moet bekennen dat wijzelf (en ook de FNP) dat soort dingen vroeger ook wel ‘ns deden. Maar ook toen al had ik een hekel aan die kijk-mij-eens-een-goed-christen/socialist/Fries-zijn-moties. En dan die verheven bik die daar steevast bijhoort. Nuttige suggesties aan het college zijn natuurlijk welkom, maar maak er niet zo’n show van. Maar goed, deze maal vroeg ik niet om een teiltje, sterker, indachtig mijn voornemens glimlachte ik mild. De motie werd toegelicht met een wat krom voorbeeld. Ik gaf even aan dat een vijfjarige die nog geen groep acht niveau heeft werkelijk niets met laaggeletterdheid te maken heeft (het voorbeeld), dat het scholingsbeleid echt aan het college is en dat we bovendien nog geen half jaar geleden zo’n dag hadden gehad. Maar ook ruggengraat moet groeien dus het college nam de motie over. Ik glimlachte soeverein.

Tot slot diende PvdA fractievoorzitter Theun een motie namens de oppositie in. Of het college nog even op een papiertje uit kon leggen waarom de wethoudersformatie was uitgebreid naar 3,6 in plaats van 3,0 zoals dat ook in grotere en complexere gemeentes als Tytsjerksteradiel en Heerenveen het geval is. De voorzitter van de raad reageerde. Hij gaf aan nu op te treden als woordvoerder van het college maar dat hij dat deze keer anders dan gebruikelijk uitstekend kon combineren met het voorzitterschap van de raad. Tuurlijk dacht ik, even die notitie toezeggen kon geen kwaad. Ik glimlachte dan ook instemmend. De voorzitter kennend als een man van harmonie en sfeer verwachtte ik eigenlijk ook nog wel een bedankje voor het gedrag van de oppositie de week daarvoor, gedrag dat in de pers als ‘hoffelijk’ werd omschreven. Omstanders begonnen naar mij te kijken, mijn glimlach straalde zo zachtjes aan kennelijk een lichtroze gloed uit. Ik overwoog om op mijn tafel te klimmen en daar licht zoemend de lotushouding aan te nemen.

Maar toen kwam het. De voorzitter wees de motie af… Ergens bij mijn mondhoeken sprongen er een paar barstjes in mijn glimlach. Hij beargumenteerde dat met een soort sliep-uit redenering, we hadden gewoon de vorige week niet zo netjes moeten zijn. Mijn glimlach stond nu serieus onder druk, het gevaar van verpulvering dreigde. Want, zo vervolgde de voorzitter zijn betoog, door toen het vertrouwen in de wethouders uit te spreken mochten we nu niets meer vragen. Ik vocht voor mijn glimlach. Trillende spieren, zweet op het voorhoofd, maar ik hield stand, het eind van de vergadering was in zicht.  De voorzitter rondde af, wilde nog even weten of hij het goed gezegd had. En -ook wel aandoenlijk- hij vroeg dit publiekelijk. Maar … niet aan de rest van het college, hij vroeg het aan de voorzitster van een coalitiefractie.

En dit was teveel, echt, er is een grens aan wat een man kan verdragen. Ik ramde de knop van de interruptiemicrofoon bijna door de tafel heen. Mislukt, weer mislukt. En ik was er echt bijna. Wat stom, wat stom, wat stom!

En o ja, Achtkarspelen zal dus nooit weten waarom wij meer geld aan de wethouders besteden dan andere gemeentes…

 

Sjon Stellinga

Sjon Stellinga

Sjon heeft zich in diverse rollen binnen en buiten de PvdA-Achtkarspelen gemanifesteerd als een gedreven politicus en bestuurder. Hij is in staat om stelling in te nemen en daarin zo nodig flexibel én vasthoudend te zijn. Sjon is stevig en overtuigend in presentatie en wordt in de gemeente gewaardeerd, zowel binnen als buiten het gemeentehuis.

Meer over Sjon Stellinga