De zomer van ‘76

Door Sjon Stellinga op 9 juli 2018

Zonet (maandagavond) zag ik een item op ‘Eén Vandaag’. Het ging over de zomer van 1976. Die was, zo betoogde men, nog veel droger dan de huidige zomer. Vind iemand deze zomer droog? You haven’t seen anything yet, die van ’76, die was pas droog…

Ik herinner me die zomer goed. Ik was zeventien, ergens aan het eind van m’n middelbare schoolperiode. Inderdaad was het elke dag mooi weer en ik bracht dan ook bijna die hele zomer door op een badlaken in het openlucht zwembad van mijn toenmalige woonplaats. Samen met een paar vrienden hadden we steevast een paar flessen, een transistor radio en een bal bij ons. Regelmatig sprong ik dan even op om die bal honderd keer hoog te houden. Bij voorkeur, uitslover die ik was, hardop tellend, het was namelijk de bedoeling dat dit bij een aanpalend groepje pubers op zou vallen. En dan in het bijzonder bij iemand met lang haar, op teenslippers die ondanks een adembenemend figuur bij voorkeur in een wijde rode jurk gekleed ging. Honderd maal, bij gebrek aan overige charmes was ik hier nogal trots op. Uit de radio klonk die zomer steevast het nummer ‘All you need is love and understanding’. In mijn beleving een tamelijk correcte analyse. Alles wat ik nodig had was liefde en begrip. En dan was dat onderdeel begrip ook nog niet eens het allerbelangrijkst bedacht ik mij terwijl ik een blik op de rode jurk wierp.

En toen zag ik de foto. Ik neem aan dat iemand een krant had meegenomen, want internet bestond toen nog niet. Een foto van Hector Pieterson. Een klein jongetje uit Soweto, bij Johannesburg in Zuid Afrika. Een zwart klein jongetje. Een dood zwart klein jongetje. Hector Pieterson. Ik neem aan dat ik wel iets gelezen had over ‘student riots’ maar ik zal dat vertaald hebben als studentenrellen. Wist ik veel dat het Engelse ‘student’ in dit verband op lagere schoolkinderen sloeg? Hector Pieterson werd gedragen door een andere zwarte jongen, iets groter. Een broer of een vriend, ik weet het niet meer. De ene zwarte jongen leefde nog. Huilend droeg hij de andere zwarte jongen. Het zwarte jongetje dat dood was, vermoord door de oproerpolitie.

Later ben ik vaak in Soweto geweest. Tientallen malen. Ooit heb ik één van de andere ‘kinderen van toen’ geïnterviewd. Het diepe litteken in zijn wang was veroorzaakt door een kogel, ook hij had destijds op de basisschool gezeten; het scheelde slechts millimeters of ook hij was een dood zwart jongetje geweest.  Hij had het deksel van een vuilnisemmer gebruikt als een schild, dat deden ze ook wanneer ze ruzie hadden met de kinderen uit een andere straat en stenen naar elkaar gooiden. Maar anders dan die stenen gingen de kogels hier dwars doorheen. Hij nam me mee naar Maria Mundi, de kerk waar de kinderen naar toe waren gevlucht in de naïeve gedachte dat dit een heilige plaats was waar ze veilig voor de overheidsterreur zouden zijn. De ook vandaag nog zichtbare kogelgaten getuigen van een merkwaardig misverstand. Natuurlijk schiet je geen mensen dood in een kerk, maar ongedierte mag je uitroeien, ook in een kerk. Laten die zwarte kinderen nu een moment gedacht hebben dat ze mensen waren…

Nog steeds maak ik deel uit van het bestuur van een stichting die probeert kinderen in Soweto te helpen door een muziekschool en een voetbalclub te steunen, het geeft -zo hopen wij- een beetje kleur in hun leven. En het bevestigt dat ze mensen zijn, met terugwerkende kracht geeft het de kinderen van ’76 toch nog gelijk.

De zomer van 1976. De foto. Ik denk dat ik mij toen gerealiseerd heb dat het volmaakt bezopen is om iemand te beoordelen, te veroordelen, om wat hij of zij is. Dat het niet uitmaakt, niet uit mag maken of iemand man of vrouw is, zwart of wit, homo of hetero, dik of dun, rijk of arm, slim of dom, jong of oud, gezond of met een beperking, Nederlander of Marokkaan, Fries of Amsterdammer, Christen of Moslim en ga zo nog maar even door. Dat maakt niets uit, dat mag niets uitmaken. Wat uit zou moeten maken is het gedrag van mensen, datgene wat iemand doet. En daar mag je wel iets van vinden. En dat doe ik dus ook vaak, soms heel uitgesproken, soms iets milder. De zomer van 1976, die foto. Ik denk dat ik toen, daar in dat zwembad met badlaken, radio en voetbal politiek bewust ben geworden.

O ja, met die rode jurk is het niets geworden. Jaren later ben ik haar nog ‘ns tegen gekomen. Ze bekende me dat ze al haar hele leven een enorme hekel aan voetballen had…

 

Sjon Stellinga

Sjon Stellinga

Sjon heeft zich in diverse rollen binnen en buiten de PvdA-Achtkarspelen gemanifesteerd als een gedreven politicus en bestuurder. Hij is in staat om stelling in te nemen en daarin zo nodig flexibel én vasthoudend te zijn. Sjon is stevig en overtuigend in presentatie en wordt in de gemeente gewaardeerd, zowel binnen als buiten het gemeentehuis.

Meer over Sjon Stellinga

Waar ben je naar op zoek?