De belevenis en het getuige-zijn van gebeurtenissen in de Tweede Wereld Oorlog in Achtkarspelen.
Door Roel Roosma, geboren 28 maart 1924, medewerker en directeur ‘Steenhouwerij de Vries’ in Buitenpost en medeoprichter van de PvdA in Achtkarspelen.
Klaas de Vries en zijn vader Feike de Vries, beiden van steenhouwerij De Vries in Buitenpost, waren al ver voor de oorlog politiek actief in Achtkarspelen. Ald-omke Feike en Hendrik Pol (de grootvader van oud-wethouder Henk Pol) waren bekende lokale sociaaldemocraten. Zij waren vaak met Fennema te vinden op een bankje. Daar werden de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen besproken. De dertiger jaren, weten we nu, gaven heel wat stof om te bespreken. De dreigingen richting de Tweede Wereldoorlog werden door hun al onderkend.
Omke Feike was politiek zeer goed onderlegd. Voor de oorlog had hij veel contacten met zijn partijgenoten van de SPD in Duitsland. Hierdoor wist hij toen al dat in de jaren 1937-1938 veel socialisten en communisten werden opgepakt en in concentratiekampen terecht kwamen. Bij mijn bezoek aan Berlijn, na de oorlog ben ik in de Spandau-gevangenis geweest. Hier zijn veel socialisten en communisten omgebracht, hetzij door de guillotine of door ophanging. De Duitse Gründlichkeit heeft er voor gezorgd dat alle namen bekend zijn. Ze staan vermeld in boeken met daarbij of ze socialist of communist waren. Het merendeel was dat. Mede door de verhalen van omke Feike ben ik al vanaf mijn veertiende jaar politiek betrokken.
SDAP’er Klaas de Vries, verzetsman
Klaas de Vries, directeur van de Steenhouwerij, actief voor de SDAP, rolde als vanzelfsprekend in het verzet. De democratische politieke partijen werden in het begin van de oorlog meteen verboden. De CPN al in juni 1940. Ze verenigden zich in de illegale Noorderlichtgroep. Begin 1941 werd deze groep door de Duitsers opgerold. Vanuit Boelenslaan en Houtigehage waren Frans Dalstra, Piet Keverkamp en Siebe Bos hierbij betrokken als leden. Ze zijn gefusilleerd of anderszins om het leven gebracht in een concentratiekamp.
Juli 1940: liquidatie SDAP
In juli 1940 besloot het partijbestuur van de SDAP de partij te liquideren. De afdelingen kregen opdracht het archief en de ledenlijsten te vernietigen. Het aanwezige kasgeld moest worden gestort in een daarvoor bestemd fonds. Het was de bedoeling de ontslagen vaste medewerkers daar uit te betalen. In juli 1941was duidelijk, dat dit een heel goed besluit was. Burgemeester P.Eringa kreeg 1 juli 1941 bericht, dat de vier politieke partijen hun papieren en kasgeld in moesten leveren. Het betrof de AR, de CHU, de SDAP en de CPN.
Voor de SDAP Achtkarspelen was er in Boelenslaan nog een bijzondere situatie. De afdeling Boelenslaan had namelijk een eigen Volksgebouw. Om te voorkomen dat de Duitsers het in beslag zouden nemen werd het Volksgebouw voor een symbolisch bedrag aan een notaris in Drachten verkocht. Na de oorlog moest het Volksgebouw terug gekocht worden. Na de oorlog waren er toch nog wat moeilijkheden voor de terugkoop, maar het is uiteindelijk goed gekomen. Daarmee had de afdeling Boelenslaan weer een eigen gebouw.
Begin verzetswerk Achtkarspelen
Het partijbestuur adviseerde al meteen in het begin van de oorlog zoveel mogelijk contacten te onderhouden. Het centrale contactpunt in Achtkarspelen werd Klaas de Vries. Dit was het begin van het verzetswerk in Achtkarspelen. Het begon met het afluisteren van berichten van Radio Oranje. Deze berichten werden overgetypt met doorslagen en verspreid bij partijgenoten.
Toen ik in 1941 op de Steenhouwerij kwam werken werd ik ook meteen met dit werk belast. Eind 1942 werd een stencilmachine aangeschaft, gekocht bij smederij de Wit in Kornhorn. Van drukkerij IJlstra kregen we een doos met stencils, inkt en papier. Er konden toen meerdere pamfletten worden verspreid, niet alleen bij partijgenoten, maar ook bij vertrouwde adressen. Naast dit werk kwam al gauw de organisatie van de L.O.(hulp aan onderduikers) tot stand. Op dat moment ontdekten we hoe groot het belang was van de in 1940 opgezette contactpunten in de gemeente. De contactpunten werden ingeschakeld voor het innen van een maandelijkse bijdrage voor de L.O.. Van dit geld werd het kostgeld voor de onderduikers betaald. Het maandelijkse overschot werd afgedragen aan het provinciale contactpunt van de L.O. de heer J.Evenhuis, inspecteur van de belastingen in Leeuwarden.
Februari 1943: onderduiken
In februari 1943 moest ik onderduiken vanwege de Arbeitsinsatz. Na een paar maanden in Franeker en een half jaar in Noordbergum, kwam ik eind 1943 terug als onderduiker bij mijn oom Klaas de Vries. We deden toen weer gezamenlijk verzetswerk. Het verzetswerk werd steeds meer uitgebreid met o.a. het verspreiden van de illegale bladen Het Parool en Je Maintiendrai.
In 1942 werden op initiatief van de heer J.Pijnacker de ‘linkse’en ‘rechtse’ verzetsgroepen verenigd in één verzetsgroep Achtkarspelen. Meestal werd er vergaderd in de achterkamer bij H.K.Dijkstra aan de Voorstraat in Buitenpost. Eind 1944 heb ik deze bijeenkomsten meegemaakt omdat mijn oom Klaas was ondergedoken.
Klaas de Vries duikt onder
De aanleiding voor oom Klaas om onder te duiken had te maken met de vooraankondiging van politie Kooistra, die aangaf dat hij kennis had van een voorgenomen ontsporing van de trein tussen Visvliet en Buitenpost. Politie Kooistra kwam begin september op het kantoor van de Steenhouwerij en zei tegen Klaas de Vries en mij(Roel Roosma): ‘Ik weet dat jullie het hoofd van het verzet zijn en dat jullie een trein willen laten ontsporen. Ik waarschuw jullie, dat dit niet mag gebeuren, want anders komen er represaillemaatregelen en ziet het er voor Buitenpost slecht uit.’We ontkenden iets met het verzet te maken te hebben en dat we genoeg te doen hadden om het bedrijf door deze moeilijke tijd te loodsen. Wij wisten, dat er door de knokploeg een aanslag op de trein werd beraamd. We vroegen ons natuurlijk af hoe hij aan deze informatie kon komen.
Aanslag op trein bij Buitenpost
De heer Hoogsteen in Surhuizum is door ons gewaarschuwd, dat er mogelijk verraad was. Twee dagen na het gesprek met politie Kooistra kwam op een avond dokter Keijser bij ons en zei tegen mijn oom Klaas, dat hij nog diezelfde avond moest onderduiken., anders kon het wel eens te laat zijn. Hij had een tip gekregen, maar wilde de naam van de tipgever niet noemen. Achteraf denken wij, dat het burgemeester Matzer is geweest.
In de nacht van 7 september heeft de knokploeg inderdaad de trein laten ontsporen.Het vermoeden bestond dat in de trein geallieerde krijgsgevangenen vervoerd zouden worden, achteraf bleek dit niet te kloppen. Wel zat er meel in trein, Theo Roorda uit Buitenpost nam een zak meel mee. Hij werd echter gesnapt door de Duitsers. En het zag er slecht uit voor Roorda, maar door tussenkomst van burgemeester Matzer kwam hij vrij.
Inval kantoor steenhouwerij
‘s-Ochtends 7 september was er een inval van tien S.D.ers op de steenhouwerij. Het was hun te doen om ‘her Direktor’, maar die vogel was gevlogen. Vervolgens werd het kantoor overhoop gehaald, maar er werd gelukkig niets gevonden. Ik zat toen wel in spanning, want in het kantoor was een radio verstopt en verder was er de administratie van de L.O., blanco getekende Ausweisen, persoonsbewijzen, enzovoort. Alles was goed verstopt, maar je weet maar nooit. We hadden het idee, dat inval te maken had met de aanslag op de trein.
Oom Klaas was eerst naar zijn zwager in Zevenhuizen gegaan. Toen hij na twee dagen hoorde van de inval door de S.D., is hij vertrokken naar de heer Nijboer, beheerder van het Theehuis in Ureterp. Vier weken later vertrok hij naar W.Spijksma te Birdaard, een dienstkameraad. Tot de kerstdagen is hij daar gebleven. In de onderduiktijd van oom Klaas heb ik het verzetswerk samen met Pieter Hania (AR) zoveel mogelijk voortgezet. Pieter Hania was al sinds juli 1941 in de illegaliteit. Door alle moeilijkheden was ik wel voorzichtiger worden. Het enige risico dat ik toen nog heb genomen, was het plaatsen van onze enige betonnen grafkelder in het weiland achter de boerderij van Wiebe de Bruin te Oudwoude. Samen met Johannes van der Schaaf, een medewerker van de steenhouwerij, hebben we dat op een nacht in november 1944 gedaan. De gedropte wapens voor de groep Kollumerland werden daarin verstopt. Het tragische is, dat na de bevrijding Heine de Bruin, de zoon van de heer Wiebe de Bruin, door de Duitsers is doodgeschoten. Op verzoek van de familie hebben we de grafkelder weer opgegraven en geplaatst op de begraafplaats te Oudwoude, waarin dit oorlogsslachtoffer is bijgezet.
Na de bevrijding
Na de bevrijding werd oom Klaas lid van de Staf van BS in Achtkarspelen. Hij werd hoofd van politie en zat later ook nog in de Zuiveringcommissie van ambtenaren. Pas daarna kon hij zich weer inzetten voor zijn bedrijf. Al gauw bleek echter dat zijn gezondheid achteruit ging, veroorzaakt door de spanningen in de oorlog. In 1948 trok hij zich terug uit het bedrijf en gaf hij de leiding door aan mij. Hij bleef als adviseur betrokken bij het bedrijf, zijn gezondheidstoestand ging steeds verder achteruit. In maart 1954 is hij door een hartaanval overleden op 53 jarige leeftijd. Klaas de Vries is een vooraanstaand lid in het verzet geweest, dit blijkt uit het feit dat de Stichting 1940-1945 zijn weduwe een aanvullend pensioen heeft gegeven.
Klaas de Vries (SDAP) en Pieter Hania (AR) waren allebei vooraanstaande mensen in het verzet, maar ook in het maatschappelijke leven van Buitenpost. Eendrachtig beijverden deze verzetsstrijders van alle denominaties voor een betere maatschappij na de oorlog. Groot was de teleurstelling na de oorlog, dat een ieder weer terugviel in de oude verhoudingen.
Ik vind het nog steeds een manco van de gemeente Achtkarspelen, dat er nooit een straat naar deze mannen is vernoemd. In Surhuisterveen is dat wel gebeurd, namelijk de Taeke Schuilingalaanlaan. Vernoemd naar de verzetsstrijder Taeke Schuilinga, die op lafhartige wijze door de Duitsers is vermoord.